Les 1-2: Begeleiden van mensen met ASS

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Werken met het planMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Begeleiden van mensen met ASS 
(deel 1)
Les 1
Lesweek 1


IOZ

Slide 10 - Tekstslide

Planning periode
Lesweek 1: Begeleiden van mensen met ASS
Lesweek 2: Begeleiden van mensen met ASS
Lesweek 3: Begeleiden van mensen met ASS en psycho educatie
Lesweek 4: Begeleiden van mensen met ASS en psycho educatie
Lesweek 5: Workshopweek
Lesweek 6: Begeleiden van mensen met depressie en bipolaire stoornis
Lesweek 7: Begeleiden van mensen met depressie en bipolaire stoornis
Lesweek 8: Begeleiden van mensen met een persoonlijkheidsstoornis
Lesweek 9: Begeleiden van mensen met een persoonlijkheidsstoornis
Lesweek 10: Workshopweek

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les ...
  • Ken je de betekenis van ASS
  • Herken je mensen in de praktijk met ASS
  • Weet je wat belangrijke aandachtspunten zijn in de begeleiding van mensen met ASS

Slide 12 - Tekstslide

Onderwerpen
  • Leven met ASS – autisme spectrum stoornis 
  • Kenmerken en oorzaken 
  • Sterke punten van mensen met ASS 
  • Begeleiden van mensen die leven met ASS 
  • Methodiek geef met de 5 en TEACCH model   

     
     
      

Slide 13 - Tekstslide

Waar denk je aan bij autisme?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Wat is autisme
  • Een ontwikkelingsstoornis

  • Gedragsstoornis

  • Contactstoornis

  • Stoornis in de informatieverwerking

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Autisme in de DSM 5
In het 'Diagnostic and Statistical manual of Mental disorders' (Diagnostisch en Statistisch Handboek voor Psychische Stoornissen) staan criteria voor bijna elke psychische stoornis. De DSM-5 beschrijft autisme aan de hand van twee belangrijke kenmerken:

  • Problemen in sociale communicatie en interactie, zoals moeite met het begrijpen van sociale signalen en het aangaan van relaties.
  • Beperkte en herhalende gedragingen of interesses, zoals het hebben van vaste routines of intense interesses in specifieke onderwerpen.

Door deze kenmerken te beschrijven, helpt de DSM-5 zorgverleners om autisme op een duidelijke en uniforme manier te diagnosticeren.

Slide 18 - Tekstslide

Vormen van autisme
  • Autisme (klassiek autisme): Moeite met sociale interactie, communicatie en repetitief gedrag.

  • Asperger-syndroom: Geen significante taalachterstand, maar moeite met sociale interactie en beperkte interesses.

  • PDD-NOS: Symptomen van autisme, maar niet precies passend bij klassiek autisme of Asperger.

  • Syndroom van Rett: Zeldzame aandoening, vooral bij meisjes, waarbij ontwikkelingsvaardigheden verloren gaan na een normale start.

Slide 19 - Tekstslide

Waarheid
Een ieder heeft zijn eigen waarheid, soms is de waarheid gebaseerd op andere inzichten en belevingen.

Bij autisme kom je dit vaak tegen.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe ontstaat autisme?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van autisme?
A
Problemen op sociaal gebied
B
Uitstekende detailwaarneming
C
Moeite bewaren van overzicht
D
Beperkte sociale initiatieven

Slide 23 - Quizvraag

Welke uitspraak past het beste bij mensen met autisme?
A
Deze mensen zoeken situaties op waarbij je veel verschillende mensen ontmoet
B
Routines, rituelen, vaak moeite met veranderingen
C
Deze mensen kunnen zich zeer goed in de situaties van een ander plaatsen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

DEEL 2

Slide 26 - Tekstslide

Kenmerken van autisme
  • Problemen op sociaal gebied
  • Moeite met (onverwachte) veranderingen
  • Dingen heel letterlijk nemen
  • Eerlijk en recht door zee
  • Moeite met het bewaren van overzicht
  • Perfectionistisch
  • Trage informatieverwerking

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Mensen met autisme kunnen moeite hebben met het begrijpen van sociale signalen, zoals gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Alle mensen met autisme vertonen hetzelfde gedrag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Autisme kan worden genezen met medicatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Autisme komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Zintuiglijke gevoeligheden, zoals overgevoeligheid voor geluid of licht, komen vaak voor bij mensen met autisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Autisme heeft geen invloed op de cognitieve vaardigheden van een persoon.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Behandeling van autisme
Psycho-educatie
  • Voorlicht over de diagnose
  • Handvatten om met de diagnose om te gaan
  • Acceptatie van de diagnose

Educatieve benadering
  • Gestructureerde omgeving
  • Duidelijke communicatieve ondersteuning

Levensloopbegeleiding
  • Tijdens perioden van verandering

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Leerdoelen check
Aan het eind van deze les ...

  • Ken je de betekenis van ASS
  • Herken je mensen in de praktijk met ASS
  • Weet je wat belangrijke aandachtspunten zijn in de begeleiding van mensen met ASS

Slide 38 - Tekstslide

Welk cijfer zou jij jezelf willen geven voor je werkhouding tijdens de les vandaag?
110

Slide 39 - Poll

Welk cijfer zou jij de les willen geven?
110

Slide 40 - Poll

Ik heb de volgende feedback
voor deze les:

Slide 41 - Woordweb