Kapitel 2 4 oktober

Kapitel 2: Wir
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 2: Wir

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele:
  • je kunt een eenvoudige video over familie begrijpen
  • je herhaalt een aantal vraagwoorden
  • je kunt bingo spelen in het Duits
  • je kunt getallen in een liedje begrijpen

Slide 2 - Tekstslide

Das Familienquiz
Seite 30

Übung 1 & 2

Slide 3 - Tekstslide

Lernübersicht
Seite 60

t/m der Freund leren
Maken: Übung 3 und 5

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wie? - bij personen
Wie ben jij?
Wie is dat?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe? - bij personen
Hoe heet je?
Hoe oud ben je?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat? 
Wat is dat?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waar?
Waar woon je?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waarvandaan?
Waarvandaan kom je?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bingo
  • neun Felder zeichnen
  • Zahlen zwischen dreißig und hundert

Slide 17 - Tekstslide

1. Da, wo ich herkomm‘, wohnen ................. Menschen,
2. Im Ort daneben schon .......mal so viel,
3............................... in der nächsten Großstadt
4. Und bald .......... Millionen in Berlin.
5. Ich war die letzten ........ Jahre alleine,
6. Hab‘ nach dem Sechser im Lotto gesucht,
7. ................Nächte die Woche zu wenig gepennt,
8. Wie auf ‘ner Achterbahn im Dauerflug.

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

1. Da, wo ich herkomm‘, wohnen  eintausend (1.000) Menschen,
2. Im Ort daneben schon zweimal so viel,
3.     Dreihunderttausend (300.000) in der nächsten Großstadt
4. Und bald 4 Millionen in Berlin.
5. Ich war die letzten fünf Jahre alleine,
6. Hab‘ nach dem Sechser im Lotto gesucht,
7.   Sieben Nächte die Woche zu wenig gepennt,
8. Wie auf ‘ner Achterbahn im Dauerflug.

Slide 20 - Tekstslide

Meine Familie

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Welke hobby's heb je gehoord?
(schrijf het Duitse woord op )

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Haustiere 
  • Ich habe ein Haustier = ik heb een huisdier
  • Ich habe Haustiere = ik heb huisdieren
  • Ich habe einen Hund, sein / ihr Name ist / er heißt, sie heißt = ik heb een hond, hij/ zij heet ....
  • Ich habe eine Katze, sie heißt .... = ik heb een kat, zij heet ...
  • Ich habe ein Meerschweinchen, sein/ ihr Name ist = ik heb een cavia, zijn/haar naam is ... 

Slide 29 - Tekstslide

Der Stammbaum
Wat? Je gaat een stamboom van je familie maken.
Hoe? Dit mag je op papier of online doen. 
Hulp? Je kunt de woordenlijsten gebruiken uit het vorige uur.
Tijd? Je hebt dit lesuur de tijd.
Uitkomst? Je gaat in tweetallen je stamboom bespreken. De stamboom doe je in de portfolio.
Klaar? Laat je stamboom eerst door mij checken.

Slide 30 - Tekstslide

Stamboom
Je gaat een stamboom van je familie maken.  Zoals hiernaast is aangegeven ---> 

Voorbeeld: Ich bin Charlotte. Das ist mein Bruder Kai und das ist meine Schwester Nele. 
Onderin kun je foto's van je huisdieren plaatsen. 

Slide 31 - Tekstslide

De presentatie
In tweetallen presenteer je aan elkaar je stamboom. 
Zinnen die je kunt gebruiken:
Das ist mein Opa, er heißt ....
Das ist meine Oma, sie heißt ....
Das ist mein Opa (naam)
Das ist meine Oma (naam) 
Let op het verschil tussen mein en meine
mein --> mannelijke en onzijdige woorden
meine --> vrouwelijke en meervoudswoorden

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Wie heißen deine Eltern?
  • Sie heißen Peter und Silke.
  • Mein Vater heißt Peter und meine Mutter heißt Silke.
ß= ss
Je spreekt deze ringel-s uit als een s
Spreekvaardigheid

Slide 38 - Tekstslide

Hast du Geschwister? (broers en zussen)
  • Ja, ich habe eine Schwester und einen Bruder.
  • Ja, ich habe 2 Schwestern und 3 Brüder.
  • Nein, ich habe keine Geschwister.
sch> chocolade
ü    > uu
" > Umlaut.
Spreekvaardigheid

Slide 39 - Tekstslide

Sind deine Eltern verheiratet?(=getrouwd)
  • Nein, sie sind geschieden.
  • Ja, sie sind verheiratet.
Spreekvaardigheid

Slide 40 - Tekstslide

Wo wohnst du?

Ich wohne in Weesp of ……….

Slide 41 - Tekstslide

Hast du Haustiere?
Ja, ich habe einen Hund / einen Vogel / ein- Meerschweinchen /eine Katze us.
Nein, ich habe keine Haustiere.

Slide 42 - Tekstslide

Wie heißt dein Haustier /deine Haustiere? 

Mein Haustier heißt …… (Meine Haustiere heißen…..)

Slide 43 - Tekstslide

Was ist dein Hobby? (Was sind deine Hobbys?)

Mein Hobby ist ……..(Meine Hobbys sind …….. und ………..

Slide 44 - Tekstslide