W20 EN 1H1 Unit 6 Les 2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Woots

Woots is het programma waarmee je in je examenjaar de kijk en luistertoets gaat maken. In deze les leer je hoe je moet inloggen in woots en maak je een kijk en luistertoets.

WOOTS

1. Inloggen in Woots.
2. Maak de oefentoets,let op de toets staat nu open voor je!
3. Hoe moet je inloggen heb ik in de volgende dia uitgelegd!

inloggen in woots

Inloggen Woots > oefentoets maken

Oefen is belangrijk voor volgend jaar

Woohoo, English is great

Voor deze les heb ik een aantal doelen vastgesteld:

1. Aan het einde van deze les heb ik uitleg gehad over de 'to be' vorm bij de Past Simple

2. Aan het einde van deze les heb ik gewerkt aan de opdrachten in eDition.

3. Aan het einde van deze les heb ik mijn luistervaardigheid geoefend met WOOTS.

Whoop whoop

Dankzij de Past Simple kunnen we in het Engels aangeven wat er in het verleden is gebeurt.

Vaak gebruiken we de vorm 'to be' in de Past Simple om bijvoorbeeld aan te geven wat iemand in het verleden heeft gedaan.

'To be' is de Engelse vertaling voor 'zijn'.

Past Simple ('To be')

 

In het Nederlands ziet het rijtje als volgt uit:
Ik was vervelend tegen de docent.
Jij was vervelend tegen de docent.
Hij/zij/het was vervelend tegen de docent.
Wij waren vervelend tegen de docent.
Jullie waren vervelend tegen de docent.
Zij waren vervelend tegen de docent.

Past Simple ('To be')

Dit hebben we natuurlijk ook in het Engels.
I was annoyed by the teacher.
You were annoyed by the teacher.
He/she/it was annoyed by the teacher
We were annoyed by the teacher.

You were annoyed by the teacher.
They were annoyed by the teacher.

Past Simple ('To be')

Het rijtje in Engels dat je zojuist in de vorige slide hebt gezien dien je uit het hoofd te kennen.

Dus onthoudt het volgende:
Na I > was
Na you (enkelvoud) > were
Na he/she/it -> altijd was
Na we/you/they -> altijd were

Past simple (to be)

Je kan ook aangeven dat er iets niet is gebeurt in het verleden.
Hier gebruiken we de ontkennende zinnen voor.
I wasn't ready for the test
You weren't ready for the test
He/she/it wasn't ready for the test
We weren't ready for the test

You weren't ready for the test
They weren't ready for the test

Past simple (to be)

Bij ontkennende zinnen valt op dat je de 'to be' vorm op twee verschillende manieren kunt gebruiken.

'Weren't' of 'were not'
'Wasn't' of 'was not' 

Beide manier zijn correct.

Past Simple (to be)

Je kan ook vragen stellen die over het verleden gaan.

Hier gebruiken we de vragende zinnen voor.

Was I ready for the test?
Were you ready for the test?
Was he/she/it ready for the test?
Were we ready for the test?
Were you ready for the test?
Were they ready for the test?

Past simple (to be)

Bij vragende zinnen valt op dat je de 'to be' vorm altijd aan het begin van de zin gebruikt.

Was Lars angry about what happened?

Were they there when a group of people fought? 

Past Simple ('To be')

Bekijk de video in de volgende slide voor meer uitleg en verschillende voorbeelden.

Sla dit niet over.

eDition

Ga naar eDition en maak de opdrachten 12 + 13.

Quick recap (samenvatting)

In deze les ben je voornamelijk bezig geweest met:

1. De 'to be' vorm van de past simple.
2. Het oefenen van je luistervaardigheid op WOOTS.

Beantwoord de volgende vraag om de les goed af te sluiten.

Use the Past Simple (neem de hele zin over in je antwoord).

Today's class ... (to be) fun, I ... (learn) new things about the past simple.

Homework

Study Vocab 6.2 and Phrases 1-15