4H - Inleiding betoog

Havo 4: Betoog schrijven
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo 4: Betoog schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je van
studentenverenigingen?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

"Vindicat moet verboden worden."
Eens of oneens? Leg uit waarom.

Slide 4 - Open vraag

Betoog schrijven




Doel van vandaag

- Je weet waarom je een betoog moet schrijven

- Je kent het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten

- Je bedenkt een stelling voor een betoog

-Je start met het schrijven van een inleiding


Slide 5 - Tekstslide

De stelling is:
"Studentenverenigingen als Vindicat moeten verboden worden."

Typ eerst "eens" of "oneens"

Geef daarna een reden waarom je dit vindt.

Slide 6 - Woordweb

"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want niemand zou zich bloot moeten stellen aan de beschamende activiteiten van een ontgroening."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 7 - Quizvraag

Soorten argumenten


Feitelijke argumenten; het is een feit, het is waar of onwaar.


Waarderende argumenten; jij vindt dit persoonlijk, een ander kan iets anders vinden.

Slide 8 - Tekstslide

"Ik vind Parijs een mooie stad, want er zijn veel oude gebouwen."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 9 - Quizvraag

"Ik vind Parijs een mooie stad, want de geschiedenis van de stad is erg interessant."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het schrijfdoel van een betoog?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 11 - Quizvraag

Waarom moet je een betoog kunnen schrijven?
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Welke opbouw heeft een betoog meestal?

Slide 13 - Open vraag

Welke functies heeft een inleiding?

Slide 14 - Woordweb

Inleiding
Aandacht van de lezer trekken
Aangeven waar tekst over gaat

Slide 15 - Tekstslide

Inleiding: aandacht trekken
- Actualiteit 
- Geschiedenis 
- Voorbeeld of anekdote 
- Aangeven van belang voor lezer

Slide 16 - Tekstslide

Inleiding: introductie onderwerp
- Eén of meer vragen stellen 
- Opbouw van tekst aankondigen 
- Mening/standpunt geven 
- Probleem formuleren

Slide 17 - Tekstslide

Inleiding bij betoog
- Aandacht trekken: zelf kiezen, maar altijd een 'binnenkomer'.
- Introductie onderwerp: zelf kiezen, maar altijd een 'begripsbepaling'
- Ook altijd: beleid.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld inleiding betoog
Stelling: Mevrouw Verhees moet een konijn mogen adopteren.

Binnenkomer: omschrijving van zacht, schattig en fluffig konijn
Begripsbepaling: onder konijn versta ik een echt, levend exemplaar 
Beleid: AVE's vriend wil geen dieren in hokjes, dus ze mag geen konijn.

Slide 19 - Tekstslide

Ervaring

In de vorige jaren  heb je al eens schrijfopdrachten gemaakt. De klas is in ruwweg drie groepen te delen:

1. Je had een hoog cijfer

2. Je had een voldoende, maar hebt nog wat verdieping nodig;

3. Je vond het best lastig en wilt het dit jaar zeker beter doen!

Slide 20 - Tekstslide

Bij welke groep pas jij het best?
Wees eerlijk, anders schiet het niet op!
A
Groep 1: Experts
B
Groep 2: Gevorderd
C
Groep 3: Gedreven

Slide 21 - Quizvraag

Opdracht

Je vormt groepjes van zes leerlingen: twee Gedrevenen, twee Gevorderden en twee Experts. Samen ontwikkel je een beoordelingsmodel voor een betoog.


- Focus vooral op vorm, de inhoud komt de volgende les (dus niveau van argumentatie)

- De normale verdeling van inhoud/vorm is 60/40, dus je hebt 40 punten tot je beschikking om te verdelen onder zaken die jij belangrijk vindt.

- Brainstorm samen over jullie speerpunten. 

- Klaar? Maak een duidelijke uitwerking van het beoordelingsmodel.



Slide 22 - Tekstslide

"Alle Nederlandse leerlingen moeten betogen schrijven op school."
Geef hiervoor een waarderend argument.

Slide 23 - Open vraag

Welke lesdoelen heb jij deze les behaald? Je kunt meerdere kiezen.
A
Ik weet waarom ik een betoog moet schrijven
B
Ik snap het verschil tussen waarderende en feitelijke argumenten
C
Ik kan zelf waarderende en feitelijke argumenten gebruiken
D
Ik weet waar een goed betoog aan moet voldoen qua vorm

Slide 24 - Quizvraag

Over welk onderwerp zou jij wel een betoog willen schrijven als jij het onderwerp voor iedereen mocht kiezen?

Slide 25 - Open vraag

Schrijf nu de inleiding!

Slide 26 - Tekstslide

Vooruitblik

Het plan voor de volgende les:

- bespreken van beoordelingsmodel

-beginnen met het verder schrijven van een betoog




Slide 27 - Tekstslide