Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5.4 Elektrische energie
4.2 Elektrische Energie
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
4.2 Elektrische Energie
Slide 1 - Tekstslide
4.2 Elektrische Energie
Slide 2 - Tekstslide
Omzetten energie
Elektrische energie kun je omzetten in licht, warmte of beweging en omgekeerd.
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen:
Leg uit wat vermogen is.
Bereken het vermogen, spanning of stroom met
Bereken energie, vermogen of tijd met
P
=
U
⋅
I
E
=
P
⋅
t
Slide 4 - Tekstslide
Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het
vermogen
.
Afkorting:
P
De eenheid van vermogen is:
Watt
(W)
Slide 5 - Tekstslide
Vermogen - typeplaatje
Een boormachine van 300 watt
zal niet zo makkelijk een gat boren als een boormachine van 800 watt.
Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer.
Meer vermogen meer gebruik van elektrische energie.
Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.
Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat.Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.
Slide 6 - Tekstslide
Vermogen berekenen
Slide 7 - Tekstslide
Omrekenen
Slide 8 - Tekstslide
Huisinstallatie
1
Slide 9 - Tekstslide
Elektrisch vermogen
De hoeveelheid geleverde energie per seconde.
U is spanning in volt (V)
I is stroom in ampere (A)
P is vermogen in watt (W)
P
=
U
⋅
I
Slide 10 - Tekstslide
Reken om.
1000 Watt =
A
1000000 kWatt
B
0,1 kWatt
C
1 kWatt
D
10 W
Slide 11 - Quizvraag
Reken om.
250 W =
A
25 W
B
250 kW
C
250000 kW
D
0,25 kW
Slide 12 - Quizvraag
Waar komt de elektrische energie (elektriciteit) in huis vandaan?
A
Een lamp
B
Een elektriciteitscentrale
C
Een dynamo
D
Geen idee
Slide 13 - Quizvraag
Reken om.
0,035 kW =
A
350 W
B
35 W
C
0,000035 W
D
3,5 MW
Slide 14 - Quizvraag
Reken om.
5 kW =
A
5000 W
B
5000000 W
C
0,05 W
D
25 W
Slide 15 - Quizvraag
Symbool voor de grootheid vermogen
A
W
B
U
C
P
D
R
Slide 16 - Quizvraag
1. Gegeven
Spannning = U = 230 V
Stroomsterkte = I = 0,35 A
2. Gevraagd
Vermogen = P
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord
P
=
U
⋅
I
Slide 17 - Tekstslide
1. Gegeven
Spannning = U = 230 V
Stroomsterkte = I = 0,35 A
2. Gevraagd
Vermogen = P
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord
P
=
U
⋅
I
P
=
8
0
,
5
W
P
=
2
3
0
⋅
0
,
3
5
=
8
0
,
5
Slide 18 - Tekstslide
0
Slide 19 - Video
Elektriciteitcentrale
Transformators
380kV
10kV
230 V
Slide 20 - Tekstslide
Omzetten van energie
1
2
3
4
Slide 21 - Tekstslide
De meterkast
Via hoofdkabel komt de stroom het huis binnen
1
De kWh-meter meet de hoeveelheid energie
2
Een groep bestaat uit een aantal stopcontacten, lampen en schakelaars
3
Zorgen voor de veiligheid!
4
Slide 22 - Tekstslide
Kilowattuur-meter
Slide 23 - Tekstslide
Energieverbruik
Het ENERGIEVERBRUIK hang af van
Het vermogen
De tijd dat je een apparaatgebruikt
Dus gebruik je een apparaat een lange tijd dan is het energieverbruik hoog.
Slide 24 - Tekstslide
Energieverbruik
1
2
Slide 25 - Tekstslide
Opdracht 1
Slide 26 - Tekstslide
Hoeveel elektrische energie heeft een lamp van 100 W gebruikt als deze 12 uur gebrand heeft?
Slide 27 - Open vraag
Hoeveel kost de elektrische energie wanneer je 1,2 kWh hebt verbruikt en je voor 1 kWh €0,15 moet betalen?
Slide 28 - Open vraag
Uitwerking opdracht 1
1
Slide 29 - Tekstslide
Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het
vermogen
.
Een eenheid van vermogen is joule per seconde (J/s).
Een andere eenheid is de watt
(W).
Hierbij geldt dat 1 W evenveel is als 1 J/s.
Slide 30 - Tekstslide
Het vermogen berekenen
Een lamp wordt aangesloten op een lichtpunt.
Hierdoor loopt er een stroom door de lamp van 174 mA.
Bereken het vermogen (in kW).
Slide 31 - Tekstslide
Elektrische energie
Deze kennen we al. Dit heeft te maken met vermogen en tijd. En vermogen krijg je door spanning en stroomsterkte te vermenigvuldigen.
Bekijk de volgende afbeelding goed, zorg er voor dat je de grootheden en eenheden uit je hoofd kent.
Slide 32 - Tekstslide
Opdracht 2
Slide 33 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 2
1
Slide 34 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je tijdens deze les geleerd hebt.
Slide 35 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
5.4 Elektrische energie
Mei 2020
- Les met
28 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3
5.4 Elektrische energie
Maart 2023
- Les met
21 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3
Paragraaf 4.5 - Vermogen en energie
Mei 2024
- Les met
21 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Klas 3 H1.3 Vermogen en energie
Januari 2023
- Les met
31 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2,3
4.5 Vermogen en energie
Maart 2022
- Les met
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
4.4 - Vermogen en energie
November 2023
- Les met
18 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
Vermogen en Energieverbruik
Januari 2024
- Les met
40 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Flex paragraaf 4 extra MLN2024
Februari 2024
- Les met
17 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1