Tijdvak 1-4 voorbereiding schoolexamen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het ontstaan van de eerste stedelijke samenlevingen
Deel 1. In Mesopotamië, langs de oevers van de vruchtbare oevers van de Eufraat en de Tigris, ontstond de eerste stedelijke beschaving, omstreeks 3500 v.C. Door de gunstige natuurlijke omstandigheden ontstond een landbouwoverschot, waardoor een deel van de bevolking in steden kon wonen en leven van nijverheid en handel. 

Slide 2 - Tekstslide

Het ontstaan van de eerste stedelijke samenlevingen
Deel 2. Om de bevloeiing van akkers in deze landbouwstedelijke samenleving te organiseren ontwikkelden leiders zich tot koningen, die met ambtenaren, priesters en soldaten heersten over een groot gebied. Voor de administratie van het bestuur werd het schrift uitgevonden. Mensen geloofden in machtige goden die alles bepaalden. 

Slide 3 - Tekstslide

Oefenvraag
Een bewering:
Veel prehistorische culturen worden gedateerd aan de hand van potscherven. Deze culturen zijn bijna nooit culturen van jagers en verzamelaars, maar vrijwel altijd van boeren.
Ondersteun deze bewering door:
- een reden te noemen waarom vaak potscherven gebruikt worden
voor deze dateringen en
- aan te geven dat het hierbij (vrijwel altijd) gaat om
boerensamenlevingen

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord
Kern van een juist antwoord is:
• Potscherven worden meestal gebruikt voor deze dateringen, omdat
potscherven (twee van de volgende redenen): 2
− lang bewaard blijven / niet snel vergaan.
− kenmerken van een specifieke cultuur bevatten.
− in grote aantallen aanwezig / wijdverspreid zijn.
• Voor jagers en verzamelaars zijn potten niet handig omdat zij
breekbaar zijn / omdat ze geen voedseloverschot hebben om te
bewaren / omdat zij de techniek van het pottenbakken niet beheersten
/ Landbouwers hadden voedseloverschotten die ze in potten konden
bewaren / konden potten in vaste ovens bakken 1

Slide 5 - Tekstslide

Oefenvraag
2. Bron 1 is een afbeelding van het prehistorisch monument in Stonehenge (Zuid-Engeland). Bekijk de bron en lees de toelichting.

Geef commentaar op de volgende bewering (juist/onjuist + 2 verschillende
argumenten:
”Stonehenge kan niet gebouwd zijn door jagers en verzamelaars, het moet door boeren gebouwd zijn''.

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
Een juist antwoord bevat:
twee verschillen tussen de leefwijze van jagers/verzamelaars en landbouwers, waarmee telkens uitgelegd wordt dat jagers/verzamelaars Stonehenge niet konden bouwen en landbouwers wel.
Voorbeeld van een juist antwoord is (twee van de volgende combinaties):
• Jagers/verzamelaars zijn voortdurend bezig met het zoeken naar voedsel en hebben daardoor geen mogelijkheid om zulke monumenten op te richten, in een
landbouwsamenleving is in sommige seizoenen tijd over 2
• Jagers/verzamelaars trekken in kleine groepen rond / leven in kleine gemeenschappen en hebben dus nooit genoeg mensen om een arbeidsintensief project als dit te beginnen, landbouwgemeenschappen blijven op één plaats / kunnen in grotere groepen leven waardoor zij in staat zijn zo’n monument op te richten 2

Slide 7 - Tekstslide

De volgende historische ontwikkelingen staan in willekeurige volgorde:
1 De Romeinen voegen Griekenland bij hun imperium.
2 Groepen jagers/verzamelaars in het Midden-Oosten ontdekken landbouwmethoden.
3 In het Midden-Oosten ontstaan de eerste stedelijke gemeenschappen.
4 In West-Europese steden kunnen door de bloeiende handel grote gotische kathedralen worden gebouwd.
5 In Zuid-Frankrijk wordt de verbreiding van de islam gestopt doordat een Arabisch leger wordt verslagen.
6 De Romeinse keizer Constantijn maakt een eind aan de christenvervolgingen.
Zet deze zes historische ontwikkelingen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
Noteer alleen de nummers.

De volgende historische ontwikkelingen staan in willekeurige volgorde:

 
1 De Romeinen voegen Griekenland bij hun imperium.
2 Groepen jagers/verzamelaars in het Midden-Oosten ontdekken landbouwmethoden.
3 In het Midden-Oosten ontstaan de eerste stedelijke gemeenschappen.
4 In West-Europese steden kunnen door de bloeiende handel grote gotische kathedralen worden gebouwd.
5 In Zuid-Frankrijk wordt de verbreiding van de islam gestopt doordat een Arabisch leger wordt verslagen.
6 De Romeinse keizer Constantijn maakt een eind aan de christenvervolgingen.

Zet deze zes historische ontwikkelingen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
Noteer alleen de nummers.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord
2 3 1 6 5 4

Slide 9 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkend aspect 4
KA 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met verschillende bestuursvormen, zoals de monarchie en aristocratie. In de zesde eeuw v.C. ontstond in Athene de eerste democratie, waarin burgers in een volksvergadering beslisten over het bestuur. Griekse filosofen ontwikkelden een wetenschappelijke manier van denken, waarbij ze alles met hun verstand probeerden te beredeneren. 

Slide 11 - Tekstslide

Oefenvraag
In de Griekse oudheid kwam wetenschappelijk denken tot ontwikkeling.

 
Leg uit waarom deze ontwikkeling niet in de tijd van de jagers-verzamelaars kon plaatsvinden.

Slide 12 - Tekstslide

Oefenvraag
In Griekse stadstaten vond een ontwikkeling plaats van
• wetenschappelijk denken en
• het denken over politiek.

Geef van elke ontwikkeling een voorbeeld en leg telkens uit wat deze ontwikkeling inhield.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Lees bladzijde 19 en 20, maak vervolgens vraag 6 en 8 op bladzijde 21

Slide 14 - Tekstslide

De groei van het christendom

Slide 15 - Tekstslide