BK2- 27/1- 31-1 Lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

English

BK2- 27/1- 31-1  Lesson 1

What are we going to do today 

Planning toetsen

gramatica 4.1

start 4.2

Planning toetsen

Proefwerk unit 4 - woensdag 26 februari

Schrijftoets - woensdag 5 maart

Leesdossier opdracht 2 - woensdag 12 maart

Grammar 4.1- onregelmatige werkkwoorden

What are Irregular verbs? (onregelmatige werkwoorden?): 

werkwoorden die in het verleden en voltooiddeelwoord veranderen. 

regelmatig: walk- walked - walked

onregelmatige: buy- bought - bought

Deze moet je gewoon uit je hoofd leren

Grammar 4.1- Bezit 's/ '

's gebruik je in het Engels om aan te geven van wie iets is. 

1 persoon is altijd 's 

meervoud en het woord eindigt op S gebruik je ' anders ook gewoon 's

In welke zin wordt het Bezit ('s of ') juist gebruikt?

1. The dogs tail is very fluffy.
2. The dog’s tail is very fluffy.
3. The dogs’ tail is very fluffy.
4. The dog tail is very fluffy.

In welke zin wordt het Bezit ('s of ') juist gebruikt?

1. The teachers’ lounge is on the first floor.
2. The teacher’s lounge is on the first floor.
3. The teachers lounge is on the first floor.
4. The teachers’s lounge is on the first floor.

In welke zin wordt het Bezit ('s of ') juist gebruikt?

1. My parents’ house is near the beach.
2. My parent’s house is near the beach.
3. My parents house is near the beach.
4. My parents’s house is near the beach.

In welke zin wordt het Bezit ('s of ') juist gebruikt?

1. The childrens’ toys are in the living room.
2. The childrens toys are in the living room.
3. The children’s toys are in the living room.
4. The children toys are in the living room.

play.blooket.com

Get to work

bk2a: go to page 14 in your book and do exercise 8, 9 and 10

bk2b: go to the online workbook, unit 4 inventions, lesson 1 exercise 8, 9 and 10. 

Done? let me know