3K - Grammar 14

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Hello everyone! 

Afgelopen vrijdag heb je tijdens de live les met Teams uitleg gehad over de verschillende soorten verleden tijd in het Engels. 

Die uitleg gaan we vandaag herhalen en er mee oefenen.

Gebruik hier ook je uitlegbriefje bij (in de bijlage van de agenda van vrijdag).

----->

Present Perfect

We herhalen eerst de present perfect!

Wat weet je nog?

(Je mag de uitlegslides overslaan, maar je kunt ze ook nog even bekijken) 

Present Perfect =

De voltooide tijd

Iets is begonnen in het verleden,

-  en nu nog aan de gang

- en heeft nu nog resultaat

Of als je het over een ervaring hebt.

Present Perfect 

Je maakt een present perfect door:

have/has + werkwoord met -ed erachter (of rij 3 van de irregular verbs)

Even oefenen...

met de Present Perfect

They ..............written a text

1. have
2. has

I............................
fed the hamster.

1. have
2. has

Victoria .......................
read the newspaper.

1. have
2. has

Maak present perfect:
Grandmother ....... (bake) a cake.

Maak de present perfect:
Martha..... her homework. (finish)

En nu de Past Simple

Dat is de gewone verleden tijd.

Iets was in het verleden, en het is nu klaar.

Je maakt de Past Simple door -ed achter het werkwoord te zetten (of rij 2 van de irregular verbs)

Weer even oefenen

maar nu met de Past Simple

Maak de past simple:
We _____(walk) the dog last night.

Maak de past simple:
I __________ (see) him yesterday.

Eens kijken of je deze twee uit elkaar kunt houden. 

Kies of je de present perfect of past simple moet gebruiken. 

I ... new headphones, so I can listen to my music now

1. bought
2. have bought

When I was four I ... into the garden pond

1. fell
2. have fallen

Aranka ... here since she was seven years old.

1. lived
2. has lived

I still ... what I'm looking for.

1. didn't find
2. haven't found

Peter says he ... such a beautiful bird before.

1. never saw
2. has never seen

Past continuous

Als iets in het verleden een tijd lang aan de gang was. 

Voorbeeld: 

I was studying all day yesterday. 

was / were + ww + -ing

Oefenen:

Maak de past continuous in deze twee zinnen:

My teammates and I _____ _______ (try) so hard to score a goal that whole game.

Tanya ____ ________ (spend) too much time on her phone during all the maths classes.

Past continuous & past simple

De past continuous komt maar weinig alleen voor in een zin. 

Meestal is het een combinatie van deze beide. 

Voorbeeld:

My sister was working when her teacher called. 

                    continuous                                        simple

Past continuous & past simple

Je gebruikt ze als twee dingen tegelijk gebeuren in het verleden. De kortste actie krijgt de 'simple'. De langere actie krijgt de 'continuous'. 

Kies de juiste optie:

I didn't hear the phone ring,
because I _________________ my room.

1. cleaned
2. was cleaning

I was looking for my jacket when my mom _____________ "I found it!"

1. yelled
2. was yelling

All done!

Dit was je huiswerk voor vandaag.

Tot woensdag!