Vakkennis N3.2 1.6 knippen 2021

N3.2 1.4
Leerjaar2
2021
Vakkennis Periode 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
theorie kapperMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

N3.2 1.4
Leerjaar2
2021
Vakkennis Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Pak je telefoon erbij en ga klaar zitten voor de vragen 

Slide 2 - Tekstslide

wat is de buitenste laag van het haar?
A
merg
B
verzellaag
C
schubbenlaag

Slide 3 - Quizvraag

wat is GEEN kenmerk van het haar
A
veerkracht
B
glans
C
hygroscopie
D
chemie

Slide 4 - Quizvraag

Wat gaan wij doen vandaag
  • Aan het eind van de les kunnen jullie de kniplijnen benoemen.
  • Aan het eind van de les weet je de verschillende vormen van een coupe te benoemen.
  • Aan het eind van de les kunnen jullie de verschillende projectiestanden koppelen  aan de kniplijnen.

Slide 5 - Tekstslide

Welke verschillende kniplijnen zijn er?

Slide 6 - Open vraag

Een lengte lijn
Gelijke lengte 
Afnemende lengte 
Toenemende lengte

Slide 7 - Tekstslide


Welke lengtelijn is dit?

Slide 8 - Open vraag


Welke lengtelijn is dit?

Slide 9 - Open vraag

Voor een passende coupe maken wij gebruik van:
  • vorm
  • massa
  • textuur
Passende Coupe

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Welke lengtelijn is dit?

Slide 12 - Open vraag


Welke lengtelijn is dit?

Slide 13 - Open vraag

Massa

Op de lijn waar de meeste haarpunten elkaar raken, ontstaat massa. Deze lijn noem je de massalijn.

Slide 14 - Tekstslide

De textuur geeft aan of er veel, weinig of geen lengteverschil in het haar zit. Bij een drukke textuur zit er veel lengteverschil in het haar en zie je veel haarpunten. Bij een rustige textuur zit er weinig lengteverschil in het haar en zie je weinig haarpunten 
Textuur

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Projectie / gradatie
De projectiehoek die je gebruikt, bepaalt de vormlijn van je coupe. Doordat je het haar projecteert krijg je een verschil in lengte tussen de bovenste en de onderste haren. Het verschil tussen de bovenste en onderste haren noem je gradatie. Hoe groter de projectiehoek, hoe sterker de gradatie. Hoe sterker de gradatie, hoe meer lengteverschil in het haar.

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
- de student kent de materialen en gereedschappen die nodig zijn voor het knippen
- de student kent de begrippen projectie en verplaatsing en kan deze in eigen woorden omschrijven;
- de student kent de stappen van de kniptechniek één lengtelijn en kan een werktekening maken;
-de student kent de stappen van de kniptechniek toenemende lengtes en kan een werktekeningmaken;
-de student kent de stappen van gelijke lengtes en afnemende lengtes en kan een werktekening maken;
- de student weet wat combinatiecoupes zijn en kan verschillende werktekeningen maken;
- de student heeft kennis van de verschillende DAB-plannen die horen bij elke kniptechniek en kan deze invullen.Aanvullende doelen voor niveau 3/4:
-de student kent de materialen en gereedschappen die nodig zijn voor het snijden;
- de student heeft kennis van het DAB-plan snijden en kan deze invullen;
-de student kent de stappen van de snijtechniek één lengtelijn;
-de student kent de stappen van de snijtechniek toenemende lengtes.

Slide 18 - Tekstslide

Maak opdrachten knippen en snijden I 
(Bericht sturen als opdrachten af zijn)

Staat op teams 

Slide 19 - Tekstslide

Bedankt

Slide 20 - Tekstslide