polsstokspringen (opgave 36 van 4.4 Behoud van energie)
1 / 18
volgende
Slide 1: Video
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Bij polsstokhoogspringen neemt de atleet een aanloop met in zijn handen een flexibele polsstok. In welke volgorde vinden de energie-omzettingen plaats?
A
Ek - Eveer - Ez
B
Eveer - Ez - Ek
C
Ez - Ek - Eveer
D
Eveer - Ek - Ez
Slide 2 - Quizvraag
Alle Ek wordt omgezet in Ez. Als je de beide formules hiervan aan elkaar gelijk stelt, op welke uitdrukking `voor de hoogte kom je dan uit?
A
B
C
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Aan het eind van de aanloop is de snelheid van de atleet 10,5 m/ s. Bereken hoe hoog het zwaartepunt van de atleet komt als alle Ek wordt omgezet in Ez.
A
0,18 m
B
5,4 m
C
5,6 m
Slide 8 - Quizvraag
Op de maan zou deze polsstokspringer een andere hoogte halen. Komt hij dan hoger of lager en waar komt dat door?
A
lager vanwege aantrekking aarde en maan
B
lager vanwege kleiner afzettingsoppervlak
C
hoger vanwege aantrekking aarde en maan
D
hoger vanwege kleinere valversnelling
Slide 9 - Quizvraag
Hoe veel keer hoger komt de polsstokspringer op de maan als hij daar ook met 10,5 m/s komt aanrennen? (g op de maan is 1,62 m/s^2)
A
6 keer zo hoog
B
8 keer zo hoog
C
16 keer zo hoog
Slide 10 - Quizvraag
De massa van de atleet valt uit de energievergelijking en speelt daarom geen rol. In sommige situaties kun je de massa niet weglaten. In welk van de drie situaties is dat zo?