2 B-K-GT MARDI 5 JANVIER
1 / 28
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
il est deux heures
A
02:00
B
02:15
C
02:30
D
02:45
Slide 2 - Quizvraag
il est trois heures et demie
A
02:30
B
03:30
C
04:30
D
05:30
Slide 3 - Quizvraag
il est huit heures et quart
A
08.30
B
08.00
C
08.45
D
08.15
Slide 4 - Quizvraag
il est midi
A
11:00
B
12:00 ('s middags)
C
01:00
D
00:00 ('s nachts)
Slide 5 - Quizvraag
il est dix heures moins le quart
A
10:15
B
10:10
C
11:45
D
9:45
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
la santé
A
de saté
B
de gezondheid
Slide 8 - Quizvraag
l'hopîtal
A
het hospice
B
het ziekenhuis
Slide 9 - Quizvraag
marcher
A
lopen
B
rennen
Slide 10 - Quizvraag
je m'entraîne
A
mijn trainingspak
B
ik train
Slide 11 - Quizvraag
les légumes
A
de groenten
B
de leguaan
Slide 12 - Quizvraag
la viande
A
het vlees
B
de viandel
Slide 13 - Quizvraag
fatigué
A
lui
B
moe
Slide 14 - Quizvraag
par jour
A
per dag
B
per nacht
Slide 15 - Quizvraag
rien
A
alles
B
niets
Slide 16 - Quizvraag
venir
A
gaan
B
komen
Slide 17 - Quizvraag
la date
A
het afspraakje
B
de datum
Slide 18 - Quizvraag
dommage
A
jammer
B
onhandig
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
maak vragend (2 manieren)
Tu manges bien
Tu manges bien
Slide 21 - Open vraag
maak vragend (2 manieren):
Tu fais du sport
Tu fais du sport
Slide 22 - Open vraag
maak vragend (2 manieren):
Elle est en forme
Elle est en forme
Slide 23 - Open vraag
maak vragend (2 manieren):
Vous mangez de la viande
Vous mangez de la viande
Slide 24 - Open vraag
zet in de juiste volgorde:
du waterpolo-- est-ce que --fait--Theo--?
du waterpolo-- est-ce que --fait--Theo--?
Slide 25 - Open vraag
zet in de juiste volgorde:
trois fois- il - par semaine- s'entraine-?
trois fois- il - par semaine- s'entraine-?
Slide 26 - Open vraag
zet in de juiste volgorde:
mange-- est-ce qu' -- beaucoup--il--de fruits--?
mange-- est-ce qu' -- beaucoup--il--de fruits--?
Slide 27 - Open vraag
zet in de juiste volgorde:
par nuit-il-dort-dix heures?
par nuit-il-dort-dix heures?
