Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
ch. 1 Un bel éte (révision)
ch. 1 Un bel éte (révision)
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
10 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
ch. 1 Un bel éte (révision)
Slide 1 - Tekstslide
l'adjectif
Een bijvoeglijk naamwoord zegt wat over een zelfstandig naamwoord.
In het Frans komt het bijvoeglijk naamwoord altijd achter het zelfstandig naamwoord.
Ma voiture est
rouge.
Er zijn een paar uitzonderingen.
J'ai une
belle
voiture!
Slide 2 - Tekstslide
Vertaal het bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands: vieux
A
nieuw
B
oud
C
groot
D
lang
Slide 3 - Quizvraag
Vertaal het bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands: rouge
A
rood
B
blauw
C
groen
D
zwart
Slide 4 - Quizvraag
Vertaal het bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands: jeune
A
jong
B
oud
C
geel
D
wit
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het vrouwelijk meervoud van 'bon'?
A
bons
B
bones
C
bonnes
D
bonne
Slide 6 - Quizvraag
Welke bijvoeglijk naamwoord komt NIET vóór het zelfstandig naamwoord?
A
bon
B
grand
C
français
D
nouveau
Slide 7 - Quizvraag
Vul de zin aan:
Demain, j'ai un (contrôle + difficile)
A
contrôle difficile
B
difficile contrôle
C
difficiles contrôle
D
difficult contrôle
Slide 8 - Quizvraag
Vul de zin aan:
Ce sont de (pays+ grand)
A
pays grand
B
grands pays
C
pays grands
D
grand pays
Slide 9 - Quizvraag
Het bezittelijk voornaamwoord
mijn= mon/ma/mes
jouw= ton/ta/tes
zijn/haar = son/sa/ses
onze = notre/nos
uw/jullie = votre/vos
hun = leur/leus
Je kijkt naar het bezit (zelfst. nw)
dat erachter staat om het juiste bez. vnw te kiezen.
Slide 10 - Tekstslide
Complète: _______ frère est toujours en retard. (mijn)
A
ma
B
mon
C
mes
Slide 11 - Quizvraag
Complète: Je trouve_______ amie très gentille. (jouw)
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 12 - Quizvraag
Complète: _______ classe est calme. C'est une classe fantastique! (onze)
A
ta
B
notre
C
nos
D
votre
Slide 13 - Quizvraag
Complète: Comment est _______ soeur? (zijn)
A
ma
B
son
C
mon
D
sa
Slide 14 - Quizvraag
Le passé composé (v.t.t.)
Je hebt nodig:
1)een hulpww (vorm van het rijtje van avoir)
ai
as
a
avons
avez
ont
2) een volt.dw
je maakt het volt dw door
er
van het ww af te halen en
é
erachter te plakken.
voyager ==> voyagé
Let op de uitzonderingen:
avoir ==> eu
être ==> été
faire ==> fait
Slide 15 - Tekstslide
Zet in de passé composé:
Nous _________ un film. (regarder)
Slide 16 - Open vraag
Zet in de passé composé:
Vous _________ un long voyage. (faire)
Slide 17 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Adjectif
Februari 2024
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
les 10 januari 2024
Januari 2024
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Révision Passé composé + bijvoeglijk naamwoord
Mei 2023
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Maandag 5 juni (bron H)
Juni 2023
- Les met
46 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
H.S. Le passé composé
Juni 2020
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Adjectif
November 2021
- Les met
34 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Chapitre 5 révision
Mei 2023
- Les met
28 slides
Middelbare school
Adjectif
April 2023
- Les met
37 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1