automatisch systeem (havo/VWO)
Een automatisch systeem bestaat uit een invoergedeelte, een uitvoergedeelte en een … gedeelte.
A
verwerkings -
B
stuur -
C
regel -
1 / 16
Onderdelen in deze les
Een automatisch systeem bestaat uit een invoergedeelte, een uitvoergedeelte en een … gedeelte.
A
verwerkings -
B
stuur -
C
regel -
Slide 1 - Quizvraag
Een belletje in een magnetron wat aangeeft dat het eten klaar is, is een …
A
regelaar
B
geluidsensor
C
uitvoerelement
Slide 2 - Quizvraag
Een systeem dat waarbij de uitvoer van invloed is op de invoer (terugkoppeling) wordt ook wel een
… genoemd.
… genoemd.
A
meetsysteem
B
stuursysteem
C
regelsysteem
Slide 3 - Quizvraag
Je kan je hersenen vergelijken met een...
A
Uitvoerder
B
verwerker
C
sensor
Slide 4 - Quizvraag
Je start de motor van de auto. Wat is Wat is de motor is deze situatie?
A
uitvoerder
B
verwerker
C
sensor
Slide 5 - Quizvraag
Je ogen werken in je lichaam als een...
A
uitvoerder
B
verwerker
C
sensor
Slide 6 - Quizvraag
Zet de onderstaande begrippen in de juiste volgorde van een automatisch systeem.
Sensor
Verwerker
Uitvoerder
Slide 7 - Sleepvraag
Welke bewering is waar?
A
Automatische systemen werken snel en goedkoop
B
een automaat heeft geen informatie nodig
C
een automaat dient om energie te besparen
D
een automaat dient om je spierkracht te vergroten
Slide 8 - Quizvraag
Hiernaast zie je het systeem koffiezetapparaat.
2 activiteiten van het systeem die bij het PROCES horen zijn:
2 activiteiten van het systeem die bij het PROCES horen zijn:
A
water en koffiebonen toevoegen
B
water koken en water pompen
C
koffiebonen malen en informatie intoetsen
D
aantal kopjes koffie kiezen en stekker insteken
Slide 9 - Quizvraag
Je telefoon....
A
zorgt voor alle handelingen in het systeem
B
zorgt voor de input en output van het systeem
C
kijkt naar mijn input, verzorgt het proces en geeft output
D
is energiebron en geeft output.
Slide 10 - Quizvraag
Welke bewering is waar?
A
productie met een robot noem je machinaal omdat jij de informatie levert
B
geautomatiseerde productie kost meer energie dan machinale productie
C
Een robot kan eenmaal ingesteld alleen dezelfde producten maken
D
Als je een figuurzaag gebruikt spreek je al van machinale productie.
Slide 11 - Quizvraag
Zet de onderstaande begrippen in de juiste volgorde van een automatisch systeem.
Input
Proces
Output
Slide 12 - Sleepvraag
Hoe komt een automaat aan zijn informatie?
De informatie wordt
De informatie wordt
A
geprogrammeerd
B
met de hendels ingesteld
C
altijd met een computer ingesteld
D
niet gebruikt
Slide 13 - Quizvraag
Noem een nadeel van een automaat
A
geprogrammeerd, kan
nooit iets fout doen
B
als het niet goed geprogrammeerd is gaat het fout
C
Een paar fouten in het programma kun je weggooien
D
je kunt altijd goed ingrijpen in een programma
Slide 14 - Quizvraag
Proces: robot zaagt door stalen plaat.
A
input: elektriciteit,informatie
output: product,energie
B
input: staal,informatie
output: product,robot
C
input: robot,informatie
output: product,afval
D
input: staal,informatie
output: product,zaag
Slide 15 - Quizvraag
De output van een koffiemachine
A
Bestaat uit bonen, water en elektriciteit
B
Bestaat uit een kopje koffie
C
bestaat uit bonen, water, proces, bekertje
D
Bestaat uit wisselgeld, energie, water
