quizz
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar of niet waar?
Erosie vind alleen in de bovenloop plaats.
Erosie vind alleen in de bovenloop plaats.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
2. Hier zie je een?
A
Gletsjer
B
Delta
C
Ingericht landschap
D
Puinhelling
Slide 4 - Quizvraag
Noem 3 kenmerken van een jong hooggebergte?
Slide 5 - Open vraag
Waar of niet waar?
verwering vind alleen in de bovenloop plaats
verwering vind alleen in de bovenloop plaats
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Door welk proces ontstaan deze geulen in de berg.
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Erosie
Slide 8 - Quizvraag
Welke is/zijn waar?
A
Na het smelten van een gletsjer blijft een v-dal achter.
B
Een gletsjer verweert de omgeving.
C
Een gletsjer is constant in beweging.
D
Een gletsjer kan zowel rotsblokken als grind, zand en klei vervoeren.
Slide 9 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij:
Het uitschuren van materiaal door water, wind en ijs
Het uitschuren van materiaal door water, wind en ijs
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Wat zien we hier?
A
Steenhelling
B
Puinwaaier
C
Erosie
D
Delta
Slide 12 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij de omschrijving:
Het oplossen van gesteente
Het oplossen van gesteente
Slide 13 - Open vraag
Hier vind het meest erosie plaats:
A
Bovenloop
B
oud gebergte
C
Jong gebergte
D
Benedenloop
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Op de foto zien we een voorbeeld van?
A
chemische verwering
B
Erosie
C
Mechanische verwering
D
Sedimentatie
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste definitie van verwering?
A
Verwering waarbij gesteente verbrokkelt zonder dat de samenstelling veranderd.
B
Het uitschuren van het materiaal door water, wind en ijs.
C
Het uiteenvallen van hard gesteente door invloed van het weer en de werking van planten.
D
Een opeenhoping van stenen die door een aardverschuiving naar beneden is gevallen.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat zien we hier?
A
Delta
B
Erosie
C
Duinen
D
Zandbanken
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Op de foto zie je een voorbeeld van?
A
Chemische verwering
B
Erosie
C
Mechanische Verwering
D
Sedimentatie
Slide 21 - Quizvraag
Waar is het meeste reliëf?
A
Benedenloop
B
Bovenloop
C
Jong gebergte
D
Oud gebergte
Slide 22 - Quizvraag
Neem de letters over en vul de juiste woorden in. Kies uit: Erosie / sedimentatie / snel / langzaam / veel / weinig
TekstIn de benedenloop heb je veel (….A….). Dit komt door het water (….B…) stroom omdat er (….C….) reliëf is.
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Op de foto zie je een voorbeeld van …?
A
Chemische verwering
B
Erosie
C
Mechanische verwering
D
Sedimentatie
Slide 25 - Quizvraag
Set in de juiste volgorde: in volgorde van wat als eerst t/m wat als laatst sedimenteerd:
Klei, rots, zand, grind
Klei, rots, zand, grind
Slide 26 - Open vraag
Wat zijn de 3 manieren van mechanische verwering?
A
Door wortels, door erosie en door chemische reacties
B
Door het uitzetten van ijs, door chemische reacties en door temperatuurwisselingen
C
Door wortels, door temperatuurwisselingen en chemische reacties
D
Door wortels, door temperatuurwisselingen en door het uitzetten van ijs
Slide 27 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
In de bovenloop vormt zich een delta doordat er sedimenten worden afgezet door de rivier.
B
In de benedenloop vormt zich een delta doordat er sedimenten worden afgezet door de rivier.
C
In de bovenloop vormt zich een delta doordat er verwering optreedt door de rivier.
D
In de benedenloop vormt zich een delta doordat er verwering optreedt door de rivier.
