Die Uhrzeit

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Die Uhrzeit

Heute:

- leer je hoe je de kloktijden in het Duits uitspreekt

- daarna bespreken we je toetscijfer

Die Uhr 

- Zeichne eine Uhr. 

- Schreibe die Zahlen 1 - 12 in deine Uhr. 

- Siehe dir das Video an und schreibe die Uhrzeiten auf. 

Wie sage ich.....

Hoe laat is het? = Wie spät ist es? 

Het is..... = Es ist... (je vertelt de tijd)

Om.... = Um..... (dit gebruik je om te vertellen hoe laat je iets gaat doen)

uur = Stunde(n) (lengte: het duurt .... uur) /Uhr (tijd: het is ....uur)

kwartier = Viertel

half = halb

voor = vor

na = nach

Wie spät ist es?

Wie spät ist es?

Wie spät ist es?

Wie spät ist es?

Wie spät ist es?

Wie spät ist es?

Wie spät ist es?

Das Uhrzeiten Bingospiel

- je krijgt een bingokaart met daarop 16 uurtijden

- de docent laat één persoon in de klas een kloktijd zien. 

- deze persoon zegt in het Duits welke tijd er op de klok staat  (spieken in je schrift mag)

- staat deze kloktijd op je bingokaart? streep maar af!

Runde 1: 4 op een rij

Runde 2: 2 rijen

(verticaal, horizontaal, diagonaal)