Paasrekenen

Paasrekenen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paasrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Aan het einde van de les kun je rekenen met paaseieren en paashazen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg de leerdoelen aan het begin van de les uit. Dit geeft de leerlingen een duidelijk doel om naartoe te werken.
Wat weet je al over rekenen met Pasen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Paaseieren tellen
Tel het aantal paaseieren in de mand.

Slide 4 - Tekstslide

Projecteer de afbeelding van de mand met paaseieren op het bord. Laat de leerlingen in tweetallen samenwerken. Laat ze hun antwoord opschrijven en controleer het antwoord van elk paar.
Paashazen optellen
Hoeveel paashazen zijn er in totaal als er 3 groepen van 4 zijn?

Slide 5 - Tekstslide

Laat de leerlingen de som oplossen op hun eigen papier en laat ze hun antwoord op het bord schrijven. Bespreek de verschillende manieren om de som op te lossen.
Paaseieren delen
Als er 12 paaseieren zijn en je deelt ze met 4 vrienden, hoeveel paaseieren krijgt dan iedereen?

Slide 6 - Tekstslide

Laat de leerlingen de som oplossen op hun eigen papier en laat ze hun antwoord op het bord schrijven. Bespreek de verschillende manieren om de som op te lossen.
Patronen maken
Maak een patroon met gekleurde paaseieren.

Slide 7 - Tekstslide

Geef de leerlingen gekleurde paaseieren en laat ze patronen maken. Laat ze hun patronen aan de klas presenteren.
Paashaas dobbelen
Dobbel met de paashaas. Als je een even getal gooit, spring dan op één been. Als je een oneven getal gooit, draai dan in het rond.

Slide 8 - Tekstslide

Laat de leerlingen in tweetallen samenwerken. Geef elk paar een dobbelsteen en laat ze om de beurt gooien. Laat ze hun resultaten opschrijven en bespreek het spel aan het einde van de les.
Paaseieren meten
Meet de omtrek van het paasei.

Slide 9 - Tekstslide

Geef de leerlingen een meetlint en laat ze de omtrek van hun paasei meten. Laat ze hun resultaten opschrijven en bespreek de verschillende maten aan het einde van de les.
Paaseieren wegen
Hoeveel wegen vier paaseieren bij elkaar?

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen de som oplossen op hun eigen papier en laat ze hun antwoord op het bord schrijven. Bespreek de verschillende manieren om de som op te lossen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.