Non-verbale communicatie en houding

1)  Schrift op tafel
2) Pen op tafel
          Open
  Lessonup.app
Open je laptop 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1)  Schrift op tafel
2) Pen op tafel
          Open
  Lessonup.app
Open je laptop 

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
  • Ik weet hoe belangrijk non- verbale communicatie is .
  • Ik weet dat men aan je houding kan zien hoe jij je voelt.

Slide 2 - Tekstslide

Soorten communicatie

Verbale communicatie :
  •  jezelf uiten met woorden en/of geluiden (gesproken en geschreven).
Non-verbale communicatie: 
  • communiceren zonder woorden (zoals gebaren en oogcontact).


Slide 3 - Tekstslide


Wat voor non-verbale communicatie van je docent heb je gezien, toen je het lokaal binnen kwam lopen ?
A
De docent gaf een een knipoog
B
De docent gaf iedereen een hand
C
De docent gaf knikjes met haar hoofd

Slide 4 - Quizvraag


Zag je vanaf het begin van de les verbale of non-verbale communicatie bij je docent?
A
Verbale communicatie
B
Allebei
C
Non-verbale communicatie

Slide 5 - Quizvraag

Welke communicatie is het belangrijkste?

Verbaal of non-verbaal?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Maar liefst  93% van wat je wilt overbrengen, gebeurt via non-verbale signalen! 

Woorden vormen dus maar een klein deel van de communicatie tussen mensen. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat verstaan wij precies onder non-verbale communicatie?

  1. Houding
  2. Oogcontact
  3. Gebaren en bewegingen
  4. Uiterlijk

Slide 9 - Tekstslide

Houding

Een goede houding straalt zelfverzekerdheid uit. 
Je lichaamshouding heeft invloed op je manier van spreken en op het contact met je luisteraar.

Slide 10 - Tekstslide

Duo-opdracht:
  • De jongste neemt een zelfverzekerde houding aan.
  • De oudste observeert en let op de handen, rug, hoofd, ogen enz.
  • Kwam je klasgenoot zelfverzekerd over? Hoe zag je dat? 

Slide 11 - Tekstslide

Duo-opdracht:
  • De oudste neemt een verlegen houding aan.
  • De jongste observeert en let op de handen, rug, hoofd, ogen, enz.
  • Kwam je klasgenoot zelfverzekerd over? Hoe zag je dat?

Slide 12 - Tekstslide

Een houding die zelfvertrouwen uitstraalt:

  • Voeten ter hoogte van je schouders
  • Schouders naar achteren / rug recht
  • Kin omhoog
  • Handen in het zicht (niet in je zakken)
  • Kijk naar voren en maak je lang
  • Loop vol zelfvertrouwen op je doel af in plaats van te slenteren
  • We gaan nu oefenen.
  • Zoek een plek in het lokaal.

Slide 13 - Tekstslide


A
geschrokken
B
bang
C
blij
D
boos

Slide 14 - Quizvraag


A
moe
B
boos
C
hoofpijn
D
nadenken

Slide 15 - Quizvraag


A
boos
B
blij
C
hoofdpijn
D
verward

Slide 16 - Quizvraag

De boodschap
  • De gesproken tekst
  • Non-verbale communicatie (gebaren, oogcontact)
  • De toon: hoe iets wordt gezegd

Mensen zijn soms HEEL ERG LASTIG TE BEGRIJPEN

Dit kan hele vervelende consequenties hebben:
ruzies, uitgaan relaties, oorlog, etc.




Sarcasme?
Heb jij het altijd door?

Slide 17 - Tekstslide

Sociale rollen
  • Ongeschreven regels : Hoe je je hoort te gedragen in een groep.                                                          Dit noemen we ook wel sociale normen.

Voorbeelden: 
In een bibliotheek ben je stil.
Hoesten met je hand voor je mond.
Opstaan voor een oudere of zwanger persoon.
Niet voordringen in een rij.





Slide 18 - Tekstslide

Groepsdruk
Graag horen bij een groep. 
Groepsdruk: positief en negatief

Positief: iets goed, leuks doen.
Negatief: iets doen waar je het helemaal niet mee eens bent of waar je niet achter staat (stelen, pesten, vernielen, roken, drinken of drugs gebruiken).

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Heb je wel eens last gehad van groepsdruk?

Slide 21 - Open vraag