Oorzaken van armoede en bevolkingsgroei en welvaart
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oorzaken van armoede en bevolkingsgroei en welvaart
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
---> Herhaling vorige les. (5 min)
--> Uitleg over oorzaken armoede + bevolkingsgroei en welvaart. (20 min)
--> Opdrachten maken of meedoen moeilijke rekenvraag. (15 min)
--> Herhaling van de les. (5 min)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
--> Ik kan uitleggen welke factoren van invloed zijn op armoede in ontwikkelingslanden.
--> Ik kan uitleggen wat de samenhang is tussen bevolkingsgroei en welvaart.
Slide 4 - Tekstslide
De EU heeft besloten dat de belasting voor Chinese importproducten omhoog gaat. Hoe noem je deze protectiemaatregel?
A
Invoerrechten
B
Exportsubsidie
C
Contingentering/importquotum
D
Protectionisme
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Het nationaal inkomen in Angola 12 miljard In Angola wonen 30 miljoen inwoners. Wat is het inkomen per hoofd van de bevolking?
A
38,-
B
40 ,-
C
400,-
D
380,-
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Jan verdient €3000 per maand en woont in Nederland. Sterre verdient €2000 per maand en woont in Ghana. Waarom kan de welvaart toch even hoog zijn van Jan en Sterre?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat kan een oorzaak zijn van armoede?
Slide 13 - Open vraag
Oorzaken van Armoede
Ongunstig klimaat
Onvruchtbare grond
Gebrek aan kennis
Gebrek aan technische ontwikkeling
Natuurrampen
Oorlogen
Protectiemaatregelen
Slide 14 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maken van 6.2 --> 5, 10, 11, 12 van 6.3 maken 6, 8, 10
Klaar? Maak online de test jezelf.
Rustig overleggen met de buurman of buurvrouw mag.
Je krijgt hier ongeveer tot 5 minuten tot het einde van de les.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
In een klas zitten 20 leerling. Per 5 leerling heeft een 2 leerlingen een onvoldoende. Hoeveel leerlingen hebben een onvoldoende?
Slide 17 - Tekstslide
In een klas zitten 20 leerling. Per 5 leerling heeft een 2 leerlingen een onvoldoende. Hoeveel leerlingen hebben een onvoldoende?
Hoe vaak heb je 5 leerlingen in een klas?
-->
Slide 18 - Tekstslide
In een klas zitten 20 leerling. Per 5 leerling heeft een 2 leerlingen een onvoldoende. Hoeveel leerlingen hebben een onvoldoende?
Hoe vaak heb je 5 leerlingen in een klas?
--> 20 : 5 = 4 keer.
Slide 19 - Tekstslide
In een klas zitten 20 leerling. Per 5 leerling heeft een 2 leerlingen een onvoldoende. Hoeveel leerlingen hebben een onvoldoende?
Hoe vaak heb je 5 leerlingen in een klas?
--> 20 : 5 = 4 keer.
Dus hoeveel hebben er een onvoldoende?
Slide 20 - Tekstslide
In een klas zitten 20 leerling. Per 5 leerling heeft een 2 leerlingen een onvoldoende. Hoeveel leerlingen hebben een onvoldoende?
Hoe vaak heb je 5 leerlingen in een klas?
--> 20 : 5 = 4 keer.
Dus hoeveel hebben er een onvoldoende?
--> 4 x 2 = 8 leerlingen.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maken van 6.2 --> 5, 10, 11, 12 van 6.3 maken 6, 8, 10
Klaar? Maak online de test jezelf.
Rustig overleggen met de buurman of buurvrouw mag.
Je krijgt hier ongeveer tot 5 minuten tot het einde van de les.
Slide 26 - Tekstslide
1. Armoede 2. niet kunnen lezen of schrijven 3. niet naar school 4. kinderarbeid 5. ongeschoold werk
Wat is de juiste volgorde van de vicieuze cirkel?
A
1 - 2 - 3 - 4 -5 -1 - ...
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5 - 1-...
C
1 - 4 - 2 - 3 - 5 - 1-...
D
1 - 4 - 3 - 2 - 5 - 1 - ...
Slide 27 - Quizvraag
Welvaart is:
A
de mate waarin in behoeften kan worden voorzien
B
de situatie waarbij ondernemingen goederen maken die mensen willen hebben
C
als 'armoede de wereld uit is'
D
als iedereen een hoog inkomen heeft
Slide 28 - Quizvraag
Hoe noemen we het inkomen wat alle mensen bij elkaar verdienen?