2.4 Verzekering dekt de schade

2.4 Verzekering dekt de schade
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4 Verzekering dekt de schade

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
Wat is een verzekering en 
wanneer sluit je die af?

Wat betaal je aan premie?

Wat is een polis?


Slide 2 - Tekstslide

Verzekeren?

Slide 3 - Woordweb

Soms loop je het risico dat je een keer schade hebt. Als je voor zo'n risico een verzekering hebt afgesloten, krijg je de schade vergoed.

Alle verzekerden betalen premie aan de verzekeraar.

Slide 4 - Tekstslide

Als bewijs dat je verzekerd bent, krijg je een polis.

Daarbij horen de polisvoorwaarden waarin precies staat waar je wel en geen recht op hebt.

Slide 5 - Tekstslide

Je reis verzekeren
Op vakantie ben je niet standaard verzekerd tegen diefstal of ongevallen. 

Reisverzekering => vergoedt schade in het buitenland (ziekte, diefstal)
Polis: contract van de verzekering
Eigen risico: bedrag dat je bij schade zelf moet betalen
Premie: prijs die je betaalt voor een verzekering

Slide 6 - Tekstslide

Bij schade krijg je een schadevergoeding van de verzekeringsmaatschappij. 

Dat kan doordat veel mensen premie betalen en weinig mensen schade hebben. 

Met een eigen risico moet je een deel van de schade zelf betalen.

Slide 7 - Tekstslide

Verzekering
Polis
Premie
Eigen risico
Sleep de juiste omschrijving naar het juiste woord.
Het bedrag wat je betaalt voor een verzekering
Dit sluit je af als je kans hebt op schade en dit wil je laten vergoeden.
Een deel van de schade die je zelf moet betalen.
Het bewijs dat je een verzekering hebt afgesloten

Slide 8 - Sleepvraag

Wel of niet verzekeren?
Sommige verzekeringen zijn verplicht
Bijvoorbeeld een ziektekostenverzekering of een verzekering voor je auto.
De meeste verzekeringen kies je vrijwillig

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Woordweb

Aan de slag
Wat: Maak opdrachten 2 t/m 10 van paragraaf 2.4
Hoe: op fluisterniveau overleggen mag
Resultaat: nabespreken volgende les
Tijd: tot het einde van de les
Hulp: vraag eerst je buurman/buurvrouw, dan de docent!
Klaar: ga leren voor SO volgende week

Slide 12 - Tekstslide