Les 4 - V3 - ir a + infinitivo vervolg - La tienda de ropa

Clase de español - V3
jueves, 29 de febrero de 2024

Al final de la clase sabes cómo comprar ropa en una tienda.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Clase de español - V3
jueves, 29 de febrero de 2024

Al final de la clase sabes cómo comprar ropa en una tienda.

Slide 1 - Tekstslide

Las clases anteriores
  1. ¿Qué es concordancia? Da un ejemplo
  2. ¿Qué significa naranja? 2x
  3. ¿Qué lleva puesto tu compañero de clase?
  4. Vertaal: ik ga een blauw t-shirt kopen
  5. Vertaal: wij gaan nieuwe kleding kopen.
  6. ¿Qué nueva gramática habéis aprendido?
ESCRIBE LAS RESPUESTAS EN TU CUADERNO
timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Stel ....
Je bent een stilist
Wat zouden jullie doen om de persoon op deze afbeelding een makeover te geven.
Gebruik de woordenlijsten in je reader

timer
6:00

Slide 4 - Tekstslide

Los deberes para hoy
Leren
vocabulaire p. 50 En la tienda de ropa (ESP-HOL)
el futuro (zie lessonup 3 en je aantekeningen)

Herhalen = niet vergeten
vocabulaire la ropa y los colores
concordancia


Slide 5 - Tekstslide

Repasar y corregir los deberes para hoy
Vocabulario N-S
En la tienda de ropa
(Af)maken
ejercicio 9 (p. 20)
ejercicio 11 (p. 21)
ejercicio 13 (p. 23)
ejercicio 15 (p. 24)

Slide 6 - Tekstslide

Un vídeo
Bekijk het volgende interactieve filmpje en beantwoord de vragen die tijdens het kijken worden gesteld.

Slide 7 - Tekstslide

7

Slide 8 - Video

Comprar ropa



Página 31

Slide 9 - Tekstslide

¿Cuánto cuesta



Página 32 ejercicios 23, 24, 27 y 28

Slide 10 - Tekstslide

00:07
¿Qué son "las rebajas"?

Slide 11 - Open vraag

00:27
La camiseta de manga larga es . . .
A
de lunares
B
de rayas
C
de cuadros
D
de flores

Slide 12 - Quizvraag

00:48
La bufanda de este señor es
A
de cuadros
B
de rayas
C
de lunares
D
de flores

Slide 13 - Quizvraag

00:53
El bolso es . . .
A
amarillo
B
amarilla

Slide 14 - Quizvraag

02:11
Wanneer zeg je
1 - ¿Cuánto cuesta?
2 - ¿Cuánto cuestan?

Slide 15 - Open vraag

02:16
¿Cuánto cuesta la camiseta negra?
Er zijn meer antwoorden goed
A
Cuesta siete euros con noventa y cinco céntimos
B
Cuesta nueve euros con noventa y cinco céntimos
C
9,95 eur
D
7,95

Slide 16 - Quizvraag

02:36
Welke werkwoorden gebruiken we om te zeggen hoeveel iets kost?

Slide 17 - Open vraag

He trabajado bien en esta clase

😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Planificación
wo 6 maart: behandelen stof voor poster
do 7 maart: geen les
wo 13 maart: behandelen stof voor +  tekst schrijven voor poster
do 14 maart: herhalen stof voor poster + tekst afschrijven 
wo 20 en do 21 maart: geen les
wo 27 maart: inleveren poster

Slide 19 - Tekstslide

Los deberes 

Aprender vocabulario En la tienda de ropa S-N woordjes 1 t/m 34

(Af)maken ejercicios 23, 24, 27 y 28









Slide 20 - Tekstslide