Les 5 P5 PS Poli Cardiologie

Praktijkscholing

Leerjaar 2 
Poli Cardiologie  
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Praktijkscholing

Leerjaar 2 
Poli Cardiologie  

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
-> Poli Cardiologie
-> Thuisarts.nl
-> Nabespreking
-> Next week 

Slide 2 - Tekstslide

Welke onderwerpen
hebben we vorige weke besproken?

Slide 3 - Woordweb

Abnormaal snelle hartslag, 160-200 slagen per minuut, die in de boezems ontstaat noemen we:
A
Paroxismale tachycardie
B
Kamertachycardie

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer heeft iemand Coronairlijden in de voorgeschiedenis?

Slide 5 - Open vraag

Abnormaal snelle hartslag, 160-200 slagen per minuut, die in de boezems ontstaat noemen we:
A
Paroxismale tachycardie
B
Kamertachycardie

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zal de patiënt Cardiale pijn omschrijven?

Slide 7 - Open vraag

Mevrouw Vleer belt naar de praktijk en heeft sinds een uur last van Hevige duizeligheid in combinatie met Hartkloppingen, welk urgentie?
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 8 - Quizvraag

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
->3.2.1 Weegschaal: Bij hartfalen is het gewicht belangrijk
-> Als de pompfunctie daalt houdt de patiënt vocht vast
-> Bijvoorbeeld door het eten van een grote en/of zoute maaltijd (een zout patatje kan al genoeg zijn)
-> Overgewicht is een risicofactor voor arteriosclerose, maar als het gewicht snel toeneemt dan komt dat door vocht 








Slide 9 - Tekstslide

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
->3.2.2 Lab: Vanaf ongeveer twee uur na een hartinfarct verschijnt troponine in het bloed
-> Dat geldt voor mannen en vrouwen van alle leeftijden
-> Bij een waarde onder een bepaalde grens is er bijna zeker geen hartinfarct
-> Allerlei andere bloedbepalingen zijn ook belangrijk, 
bijvoorbeeld glucose en bloedvetten








Slide 10 - Tekstslide

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
->3.2.3 Elektrocardiografie: 
-> ECG is de afkorting van ‘elektrocardiogram’
->Dit wordt ook ‘hartfilmpje’ genoemd
-> Een ECG kan bij allerlei hartklachten en -problemen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld angina pectoris,
 een (mogelijk) infarct en 
allerlei ritmestoornissen








Slide 11 - Tekstslide

3.1 Cardiologie: voorbeelden van aandoeningen
->De cardioloog houdt zich bezig met ziekten van het hart
-> In het lichamelijk onderzoek is de stethoscoop belangrijk
-> In de behandeling is medicatie belangrijk.
-> Met hartkatheterisaties wordt het hart van binnenuit onderzocht
-> Met dotteren en bypassoperaties worden veel levens gered
-> Operaties worden uitgevoerd door de cardiothoracaal 
chirurg (= hartchirurg, = thoraxchirurg)








Slide 12 - Tekstslide

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
->3.2.4 Elektrofysiologisch onderzoek: Dit is een veel uitgebreider 
onderzoek van de elektrische hartactiviteit
-> Het kan een uur tot soms wel vier uur duren
-> Het begint met een katheterisatie
-> De lies wordt aangeprikt of een bloedvat onder een sleutelbeen
->Via de katheter die tot in het hart is doorgevoerd wordt een aantal draden in het hart aangelegd. Via die draden wordt het hartritme op vele plaatsen vastgelegd
-> Intensief onderzoek dat soms complicaties geeft, maar wel hartritmestoornissen goed kan vastleggen waarna ook behandeling mogelijk is








Slide 13 - Tekstslide

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
-> 3.2.5 Inspannings-ECG 








Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
-> 3.2.6 X-thorax: Dit is de ‘foto van hart en longen’
-> De patiënt staat rechtop met het bovenlijf ontbloot
-> Meestal worden twee foto’s gemaakt
-> Meestal wordt deze in combinatie met andere onderzoeken gemaakt
-> Op een gewone röntgenfoto van de borstkas kan men zien of het hart vergroot is en of er vocht in de longen zit
-> Vocht in de longen kan bijvoorbeeld wijzen op hartfalen links
-> Hypertrofie (verdikking, vergroting) van de linkerventrikel is mogelijk bij chronische hypertensie 








Slide 16 - Tekstslide

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
-> 3.2.7 Echo-/dopplerechocardiografie: Met echografie kan men de vorm en de functie van het hart goed zichtbaar maken
-> Vooral de kleppen zijn goed te zien
-> De stroomsnelheid van het bloed kan worden gemeten
->De ‘echokamer’ speelt in de cardiologie een hoofdrol
-> Er kan veel worden onderzocht
->Het onderzoek is ongevaarlijk en niet belastend








Slide 17 - Tekstslide

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
-> 3.2.8 Myocardscintigrafie: Hiermee kan men zichtbaar maken welke gedeelten van het hart te weinig zuurstof krijgen of al afgestorven zijn
-> Het zegt dus iets over de functie van het hart 








Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
-> 3.2.9 Hartkatheterisatie en coronairangiografie: Het doel is vernauwingen aan te tonen en te verhelpen
-> Na plaatselijke verdoving schuift de cardioloog de katheter door de slagader in de lies door tot in het hart
-> Met röntgendoorlichting is te zien waar de katheter zich bevindt
-> Door de katheter wordt contraststof in de kransslagaderen gespoten
-> De patiënt is wakker en kan meekijken op de monitor








Slide 20 - Tekstslide

3.2 Cardiologie: aanvullend onderzoek
-> 3.2.9 Hartkatheterisatie en coronairangiografie: In de lies kan een bloeduitstorting ontstaan die snel groter wordt
-> Het is ook mogelijk dat de patiënt vanuit de wond gaat bloeden
-> Als in de pols werd geprikt mag de arm 
niet worden gebruikt
->Als het toch gaat bloeden is sprake van 
een spoedgeval
-> Er moet dan een ambulance komen
-> De patiënt moet plat liggen








Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

3.3 Cardiologie: behandeling (Zelf lezen) 
-> Leefstijl: Stoppen met roken is de belangrijkste maatregel die cardiologen kunnen adviseren. Lichaamsbeweging, afvallen en niet te veel ongezond vet zijn eveneens van belang
-> Medicatie: Dit speelt in de cardiologie een hoofdrol, bijvoorbeeld middelen bij angina pectoris zoals bètablokkers en vaatverwijders
-> Trombolyse: In de acute fase van een hartinfarct worden medicijnen ingebracht die het stolsel in de kransslagader oplossen
-> PCI (dotteren): PCI is de afkorting van percutane coronaire interventie. Het dotteren betekende een revolutie. Het bestaat sinds ongeveer 1980. De prognose voor hartpatiënten werd in een keer veel beter. Dotteren is wel een grote ingreep.









Slide 23 - Tekstslide

3.3 Cardiologie: behandeling
->Bypassoperatie (open hart operatie): Deze wordt uitgevoerd door de cardiothoracaal chirurg (thoraxchirurg). Alleen de cardioloog kan een patiënt voor deze operatie naar de thoraxchirurg verwijzen. Medicatie of dotteren zijn dan geen opties (meer). Het woord ‘bypass’ betekent omleiding. Er wordt een stuk bloedvat van de patiënt gebruikt als andere route voor het bloed als er sprake is van een ernstige vernauwing. 
-> Ablatie: Het puntje van een katheter wordt verwarmd. Daarmee kan een klein stukje hartweefsel worden beschadigd. Dit moet heel precies gebeuren. 
Ablatie houdt in dat hartspierweefsel kapot wordt gebrand








Slide 24 - Tekstslide

3.3 Cardiologie: behandeling
-> Cardioversie: Hierbij krijgt het hart zware stroomstoten toegediend zodat alle elektrische chaos in dat hart gedurende een of enkele seconden stopt, waarbij de hoop is dat het hart vervolgens vanuit zichzelf weer op gang komt.
-> AED: Sinds het jaar 2000 hangt op veel plaatsen in Nederland een AED, een automatische externe defibrillator (fig. 3.4). Ergens buiten of in een gebouw zakt iemand in elkaar met een hartstilstand (geen ademhaling, bewustzijn of circulatie).
-> ICD: Een ICD (implanteerbare cardiale defibrillator) is een 
apparaat dat onder het linkersleutelbeen wordt geïmplanteerd. 
Het is in staat om hartritmestoornissen te herkennen en die te herstellen.









Slide 25 - Tekstslide

3.3 Cardiologie: behandeling
-> Pacemaker. Een pacemaker neemt de activiteit van het hart over als het hart heel even stopt met pompen. Zo’n pacemaker gaat tot tien jaar mee.
-> Stimulatie ruggenmerg: Als bij angina pectoris verder niets helpt is stimulatie van het ruggenmerg een mogelijkheid. Men begrijpt niet hoe het kan maar de kransslagaderen worden wat wijder.








Slide 26 - Tekstslide

Opdracht H14 Beeldvormend onderzoek 
-> Volgende week presenteren jullie samen met je groepje
-> De presentatie gaat over één van de onderstaande onderwerpen: 
*Echo (geluidsgolven)
*X (röntgenstralen)
*CT (röntgenstralen)
*MRI (magnetische velden)
-> Haal je informatie uit het boek Poliklinieken, jeugdgezondheidszorg en arbodienst H14 of van het internet
-> Jullie worden compleet vrijgelaten bij de vormgeving, maak er iets moois van!
-> Laat het vooral leerzaam zijn! 








Slide 27 - Tekstslide

Nabespreking les 
           Waar liepen jullie tegenaan?
            Wat zouden jullie de volgende keer anders willen? 
            Zijn er vragen?

Slide 28 - Tekstslide

Next Week! :) 

-> Presentaties Beeldvormend onderzoek
-> Alle onderwerpen PS periode 5 
-> Pijn Thorax

Slide 29 - Tekstslide