Hoofdstuk 11: Tijd en snelheid

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 3

Domein 3: Meten en meetkunde

Tijd en snelheid

4:55 min = s

3,5 dagen = u

6:24 u = min

420 s = min

Snelheid formules

• Snelheid = afstand : tijd
• Afstand = snelheid x tijd
• Tijd = Afstand : snelheid

Een auto rijdt met een snelheid van 75 km/h.
Hoeveel m/s is dit?

75 : 3,6 = 20,8

Dus 20,8 m/s

Een lift gaat 45 meter omhoog. De lift doet hier 15 seconden over. Wat is de snelheid in m/s.

Snelheid = afstand : tijd
45 : 15 = 3

Dus 3 m/s

Een wielrenner fiets 2 uur lang met een snelheid van 35 km/u. Hoeveel km heeft de wielrenner afgelegd?

Afstand = snelheid x tijd
35 x 2 = 70

Dus 70 km

Een trein rijdt met een snelheid van 100 km/u. Het traject is 20 km lang. Hoeveel minuten doet de trein hierover?

Tijd = afstand : snelheid
20 : 100 = 0,2

Dus 0,2 u
0,2 x 60 = 12
Dus 12 min

Een auto rijdt een uur en een kwartier met een snelheid van 100 km/h. Hoeveel km legt hij af?

Johan fietst 15 km met een snelheid van 8 km/h. Hoe lang doet Johan hier over in uur rond af op 1 decimaal?

Geluid heeft door de lucht een snelheid van 343 m/s. Hoeveel km/h is dat?

Een sprinter legt de 100 m. sprint af in 10,4 s. Wat is zijn gemiddelde snelheid in m/s? Rond af op 1 decimaal.

Een vliegtuig vliegt 4,5 uur met een snelheid van 250 m/s. Welke afstand legt hij af in km?

Hoe snel moet je fietsen om in drie kwartier 12 km af te leggen? Geef het antwoord in km/u.