Zoals bij talen, moet je bij natuurkunde woordjes leren:
vaktermen en
grootheden met symbolen:
breking, de normaal, hoek van inval, convergent, divergent
lengte: l
massa: m
snelheid: v
- sterkte: S
- vergroting: N
- hoogte beeld: B
- beeldafstand: b
- hoogte voorwerp: V
- voorwerpafstand: v
- brandpunt: F
- brandpuntsafstand: f
GROTE en kleine letters kan je NIET door elkaar gebruiken!!!!!!!