les 3: hokjesdenken

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

welkom in de les

     Een pen gepakt

In de tas

                werkboek /lesboek 

           Aandacht en actief erbij

Thema pluriforme samenleving 

DEZE LES Leerdoelen

- Ik kan uitleggen hoe hokjesdenken, vooroordelen en stereotypen kunnen leiden tot discriminatie

- Ik kan uitleggen dat polarisatie slecht is voor de sociale cohesie 

- Ik kan de drie maatschappelijke gevolgen noemen van discrimineren

DOE DEZE LESSONUP 

* SCHRIJF JOUW VRAAG IN JOUW RIJ OP JOUW A4  en je geeft het antwoord met de hulp van deze lessonup, dus maak je aantekening tijdens de lessonup                    

* JE KUNT NA DE LESSONUP DEZE VRAAG BEANTWOORDEN 

 

* JE GAAT  HET UITLEGGEN AAN DEGENE DIE NAAST JE ZIT  

* JE KUNT EEN VOORBEELD GEVEN VAN JOUW VRAAG             

SCHRIJF JOUW VRAAG EERST OP 

RIJ 1: Hoe werkt hokjesdenken. Geef een voorbeeld.

Rij 2: Hoe kan hokjesdenken leiden tot stereotypen? Geef een voorbeeld.

Rij 3: Wat is het verschil tussen vooroordeel en stereotyp? Geef hiervan een voorbeeld. 

        Rij 4:Hoe kunnen vooroordelen leiden tot discriminatie. Geef een voorbeeld.

 Rij 5: Wat is polarisatie.  Geef een voorbeeld.

Rij 6: Hoe  leidt polarisatie tot een zwakke sociale cohesie  Geef een voorbeeld..

hokjesdenken =categoriseren 

Ons brein zorgt voor overzicht door beelden op te slaan in categorieën (wat handig is om zaken te herkennen). Kloppen de beelden niet met de feiten dan kunnen we er flink naast zitten en door te algemeniseren groepen mensen in hokjes indelen .

GEEF EEN VOORBEELD (JE MAG JE LESBOEK par.4.3 gebruiken)

stereotypen

Hokjesdenken kan 

leiden tot een vooroordeel over een hele groep.

(LESBOEK par.4.3)

Stereotypen zijn bijvoorbeeld:  

• "Gehandicaten zijn zielige mensen"

• "Boeren zijn simpele lui"

• "Homo's zijn verwijfd."

• "Blondjes zijn dom."

• "...en Belgen ook!"

Oordelen over iemand die je niet kent= een vooroordeel  

• VOORBEELDEN VOOROORDELEN : 
• 
  
• "Die jongen is zielig want hij is blind

• "Die boer heeft echt geen verstand"

• "Dat meisje is een dom blondje "
• "....en die Belg ook!". 

Vooroordelen leiden makkelijk tot Discriminatie door onjuiste informatie en beeldvoming 

Discriminatie: persoon ongelijk  

behandelen op basis van kenmerken 

die er voor die situatie niet toe doen 

Nationaliteit, sekse, geloof, uiterlijk, 

seksuele voorkeur, huidskleur/afkomst (racisme) 

GEEF EEN VOORBEELD!

JE MAG HET LESBOEK par.4.3 gebruiken. 

EN TOT POLARISATIE d.w.z. flinke spanningen tussen groepen in de samenleving die lijnrecht tegenover elkaar staan 

WIJ-ZIJ tegenstelling krijgt dan extra nadruk en het zet dus groepen mensen tegenover elkaar: 

Verschillen in geloof, tradities, opvattingen enz. worden benadrukt in plaats van de overeenkomsten met gevolg weinig onderlinge binding tussen groepen = sociale cohesie 

Door polarisatie ontstaat tussen groepen mensen verwijdering en...........

Misverstanden, onbegrip, slechte omgangsvormen, negatieve beeldvorming en zelfs vernielingen en geweld . 

Zo draagt polarisatie dus niet bij tot het gevoel dat we bij elkaar horen, rekening willen houden met elkaar en iets voor elkaar over hebben. (= sociale cohesie) 

LEVER JE BLAD MET NAAM IN!

* JE HEBT HET BEGRIP/DE BEGRIPPEN OPGEZOCHT IN JE LB/LESSONUP 

* JE HEBT IN JE EIGEN WOORDEN DEZE BEGRIPPEN OMSCHREVEN

* JE HEBT ER EEN VOORBEELD VAN GEGEVEN 

Aan de slag: 

UITWERKEN VAN DE GEKOZEN WERKKAART THUIS/LES.

Maak de werkboekopdrachten in de les!

H4: par.4.3 vr 2t/m7 + nr 10,11,13

V4: par.4.3 vr 2,3,4,6 + nr 8,11

Begrippenlijst! WERK ZE UIT!

 

Let op: de begrippenlijst heb je nodig voor de oefentoets week 4

GA NAAR DE STUDIEWIJZER 

* HAVO 4/ VWO 4 PLURIFORME SAMENLEVING                               

* KLIK: WERKKAARTEN PLURIFORME SAMENLEVING 

* KIES PER 2-tal 1 werkkaart om uit te werken: 

1. werkkaart sub/tegen cultuur 2. emancipatie vrouwen 3. seksuele emancipatie 

WAT ONDERZOEK JE PER WERKKAART?

KIES EEN SUB-, TEGEN CULTUUR of EMANCIPATIE GROEP (STUDIEWIJZER)

1. Hoe is de groep ontstaan?

2. Welke normen en waarden?

3. Welke kenmerken heeft de groep?

4. Hoe is de relatie met de dominante groep?

5. Welk filmfragment kies je daarbij?

6. Wat is jullie mening: positieve punten en punten van zorg!

 WERKKAART GEKOZEN!

TAKEN VERDEELD!

GESTART. 

Kies nu in twee- of drietallen de werk-kaart. Stuur het naar me In teams ma'leer. DUS:

1. Welke werkkaart  kies je? 

2. Schrijf op wie welke taak gaat doen.

3. Stuur naar teams ma'leer:

welke werkkaart + voornamen en 1e letter achternaam

Alles wat je op school  doet, hoef je thuis niet meer te doen!

ALLES WAT JE OP SCHOOL DOET

HOEF JE THUIS NIET MEER TE DOEN