Present simple & the ordinals!

Present simple & the ordinals!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Present simple & the ordinals!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

I walk to school every morning
She washes her hair every day
They laugh about jokes all the time

Slide 4 - Open vraag

Present simple:
Tegenwoordige tijd, simpel.
Onderwerp + ww 
Kort werkwoord.
I walk to school.

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je deze?
- Bij feiten
- Bij gewoontes
Bijvoorbeeld: je kijkt elke avond tv.
Dan wordt het: I watch tv every night.

Slide 6 - Tekstslide

Shit-rule
What could that be? 

Shit =
She - he - it!

Dus bij shit gebeurt er iets
met she, he en it.

Slide 7 - Tekstslide

Shit rule
Wanneer het onderwerp she, he of it is, dan plak je een s achter het werkwoord.

He walkS to school every morning. 

Slide 8 - Tekstslide

Maar: wat nou als het werkwoord eindigt op een s-klank?
Wordt het dan bijvoorbeeld watchs?

Slide 9 - Open vraag

Werkwoord dat eindigt op s-klank
Wanneer een werkwoord eindigt op een s-klank dus
-s, -x, -z, -sh, -ch of -ss dan komt er -es achter.
Watch (kijken) wordt dan watches
Dress (aankleden) wordt dan dresses!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden
Always
 often
 usually
never
on saturdays (or another day)
 in the weekend
every 

Slide 12 - Tekstslide

The sun _____ in the east.
A
rises
B
rise

Slide 13 - Quizvraag

They _____ their homework after dinner.
A
do
B
does

Slide 14 - Quizvraag

She _____ to the gym every day.
A
go
B
goes

Slide 15 - Quizvraag

I _____________ the night away
A
Dances
B
Danc
C
Danshes
D
Dance

Slide 16 - Quizvraag

Ordinals: rangtelwoorden
worden gebruikt om het aantal keren aan te geven. 

This is the second time today that he laughed at me!
You haven't done your homework for the fifth time!

Slide 17 - Tekstslide

Bij bijna alle cijfers kun je th toevoegen. 
Dus six wordt 6th
en nine wordt 9th
Er zijn uitzonderingen. 
Two wordt 2nd. Niet 2th.


Slide 18 - Tekstslide

What is the ordinal form of 2?
A
second
B
two
C
secondly
D
seconds

Slide 19 - Quizvraag

What is the ordinal form of 10?
A
tenths
B
tenth
C
ten
D
tenthly

Slide 20 - Quizvraag

What is the ordinal form of 5?
A
fifth
B
five
C
fifths
D
fiveth

Slide 21 - Quizvraag

What is the ordinal form of 3?
A
three
B
third
C
thirds
D
thirdly

Slide 22 - Quizvraag

What is the ordinal form of 1?
A
firstly
B
first
C
firsts
D
one

Slide 23 - Quizvraag

22

Slide 24 - Open vraag

14

Slide 25 - Open vraag

50

Slide 26 - Open vraag

12

Slide 27 - Open vraag

24

Slide 28 - Open vraag