Plaatsbepaling op Aarde

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeWOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

AK les livestream

Slide 2 - Tekstslide

Plaatsbepaling 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen en vaardigheden:

  • Geografische breedte en lengte bepalen.
  • Windrichtingen
  • Klimaatgrafiek tekenen

Slide 4 - Tekstslide

noordpool
zuidpool
evenaar

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

  • Lijnen die evenwijdig lopen aan de evenaar heten breedtecirkels of parallellen.
  • Het deel van de aarde ten noorden van de evenaar, heet het noordelijk halfrond
  • Het deel van de aarde ten zuiden van de evenaar, heet het zuidelijk halfrond
  • De evenaar is de breedtecirkel van .
  • De noordpool ligt op 90° NB en de zuidpool op 90° ZB 
  • De afstand van een plaats tot de evenaar noem je de geografische breedte.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

  • Lijnen die van de noordpool naar de zuidpool gaan heten lengtecirkels of meridianen.
  • De nulmeridiaan loopt precies over het plaatsje Greenwich bij Londen.
  • Het halfrond ten westen van de nulmeridiaan noemen we westelijk halfrond.
  • Het halfrond ten oosten van de nulmeridiaan noemen we oostelijk halfrond.
  • De afstand van een plaats tot de nulmeridiaan noem je geografische lengte

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke plaats ligt op 30° NB, 120° OL?
correct
fout
fout
fout

Slide 11 - Tekstslide

Welke coördinaten horen bij Cairo - punt A?
30° ZB, 60° WL
A

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor breedtecirkel?
A
Parallel
B
Geografische breedte
C
Meridiaan
D
Evenaar

Slide 13 - Quizvraag

Wij bevinden ons nu op het ...
A
Noordelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond

Slide 14 - Quizvraag


A
Ik zie alleen parallellen op de globe
B
Ik zie alleen meridianen op de globe
C
Ik zie zowel parallellen als meridianen op de globe
D
Ik zie geen van beide

Slide 15 - Quizvraag

Wij bevinden ons nu op
A
Westerlengte
B
Oosterlengte

Slide 16 - Quizvraag


A
De coördinaten bij het vraagteken zijn; 30° NB, 15° OL
B
De coördinaten bij het vraagteken zijn; 30° ZB, 15° OL
C
De coördinaten bij het vraagteken zijn; 30° NB, 15° WL
D
De coördinaten bij het vraagteken zijn; 30° ZB, 15° WL

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Vaardigheden
  • werkboek blz.70-71 
  • lees paragraaf goed door, 
  • daarna maak opdr. 1 t/m 5

Slide 19 - Tekstslide