Taal en Gezondheid Competentie 3
1 / 17
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat is dit?
A
Het gezicht
B
Het fees
C
Het lichaam
D
De kop
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn dit?
A
armen
B
benen
C
tenen
D
schenen
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn dit?
A
Nelen
B
Nagels
C
Navels
D
Nagellak
Slide 7 - Quizvraag
Vertaal: el codo
(con artículo)
(con artículo)
Slide 8 - Open vraag
Vertaal: la boca
(con artículo)
(con artículo)
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Waarom belt hij de huisarts?
A
Hij wil graag advies
B
Hij wil graag een afspraak maken
C
Hij wil een herhaalrecept bestellen
D
Hij heeft een spoedgeval
Slide 12 - Quizvraag
Wat is zijn geboortedatum?
A
15 juni 1990
B
14 juni 1992
C
15 juni 1993
D
14 juni 1991
Slide 13 - Quizvraag
Waar heeft hij last van?
A
Jeuk
B
Pijn
C
Botbreuk
D
Vermoeidheid
Slide 14 - Quizvraag
Waar heeft hij jeuk?
A
Op zijn hele rug
B
Op zijn bovenlichaam
C
Op zijn hele lichaam
D
Op zijn benen. Hij kan niet meer staan.
Slide 15 - Quizvraag
Waarom kan hij niet om 11:00 uur?
A
Hij moet dan naar school
B
Hij moet dan naar werk
Slide 16 - Quizvraag
Hoe laat is de afspraak?
(schrijf de hele zin op, met 'om')
(schrijf de hele zin op, met 'om')
