delier, kanker

Delier
les 1
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ziekteleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Delier
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Delier
De hersenen functioneren  tijdelijk niet goed, hierdoor kun je verward zijn, concentratieproblemen of aandachtstoornissen hebben.
Bij wie?
Bij ouderen na: een infectie, ongeluk, operatie of door gebruik van (te veel/ verkeerde combinatie) medicijnen

Slide 3 - Tekstslide

Delier
  • Acute verwardheid
  • Toestandsbeeld dat in korte tijd ontstaat (uren tot dagen) waarbij de zorgvrager verward en angstig is.
  • Veroorzaakt door een disbalans in neurotransmitters

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken van een delier
  • Onrustig gedrag/of juist apatisch (zonder emotie)
  • Desoriëntatie
  • Hallucinaties
  • Verward denken
  • Waan ideeën

Slide 5 - Tekstslide

soorten delier
onrustig delier (geagiteerd of hyperactief delier):
Iemand is opgewonden, gespannen, prikkelbaar, schrikachtig, boos, agressief of verward.
stil delier (apatisch of hypoactief delier):
Iemand is angstig, stil, teruggetrokken door waanideeën of hallucinaties.


Slide 6 - Tekstslide

soorten delier (vervolg)
Chronisch delier:
probleem is niet te behandelen waardoor het delier steeds terug komt.
Acuut delier:
duurt maar enkele uren of dagen
Persisterend delier:
duurt weken of zelfs maanden
Terminaal delier:
treedt op vlak voordat iemand overlijdt.
kenmerken zijn: schokken, drang om te bewegen, plukken kreunen en schreeuwen

Slide 7 - Tekstslide

Wat kan en reden zijn om een delier te ontwikkelen?
timer
2:00

Slide 8 - Open vraag

verschil tussen dementie depressie en delier
dementie: verloopt veel geleidelijker, in het begin is de concentratie goed, bewustzijn is in het begin helder.
delier: onstaat vrij snel, wisselend verloop, in de avond en nacht steekt een delier vaak de kop op. Hallucinaties komen bij een delier vaker voor, er is een wisselend bewustzijn.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een delier?
A
een vorm van dementie
B
een acute verwardheid die in een langzame tijd is ontstaan
C
een acute verwardheid die in een korte tijd ontstaat
D
depressieve gevoelens met suïcidale gedachten

Slide 10 - Quizvraag

Als iemand dementerend is ga je als hulpverlener vaak mee in zijn eigen belevingswereld. Waarom kan een hulpverlener dit beter niet doen bij iemand met een delier?
A
Iemand met een delier kan het zich naderhand vaak weer herinneren
B
Iemand met een delier vertelt leugens
C
Iemand met een delier wil met rust gelaten worden
D
Iemand met een delier wil niet dat je tegen hem liegt

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Een delier
Acute verwardheid die in een korte tijd ontstaat 
- Onrust óf apathie en/of wanen

Slide 13 - Tekstslide

oorzaak/factoren
-Infectie: urineweg en luchtwegen. Koorts en bij gebrek aan koorts is een delier soms het eerste teken van infectie!
-blaasretentie (niet meer kunnen plassen), obstipatie, ontregeling, ernstige somatiek bv. kanker of operatie
-Verblijf in een vreemde omgeving, koorts, pijn.
-bijna overlijden
-uitdroging
-hersenletsel
-ondervoeding

Slide 14 - Tekstslide

Risicofactoren
  • Leeftijd van 70 jaar en     ouder 
  • Cognitieve stoornissen 
  • Visus – en gehoorstoornissen 
  • Stoornissen in activiteiten van het dagelijks leven 
  • Gebruik van alcohol en opiaten 
  • Infecties 
  • Koorts 
  • Dehydratie
  • Electrolytenstoornissen
  • Polyfarmacie

Slide 15 - Tekstslide

Algemeen
  • Voorlichten van zorgvragers en hun naasten over het risico     van delier
  • Prikkelarme omgeving
  • Consult deskundige


Gebruik de Delerium Observatie Screening SchaaL (DOSS) om op een systematische wijze vroegtijdige de symptomen van het delier te observeren en registreren.

Slide 16 - Tekstslide

Preventieve maatregelen op verschillende gebieden
  • Algemeen
  • Cognitieve stoornissen
  • Verminderd gehoor
  • Verminderde visus
  • Verstoring mobiliteit
  • Vocht- en voedingstoestand
  • Slaap- en waakpatroon
  • Medische interventies

Slide 17 - Tekstslide

kanker

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

10 meest voorkomende types kanker
  1. borstkanker
  2. prostaatkanker
  3. colorectale of dikke darm kanker
  4. hersentumor
  5. longkanker
  6. blaaskanker
  7. Non-hodgkin lymfoom
  8. huidkanker (melanoom)
  9. baarmoederkanker
  10. leukemie 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wat is HPV?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Benigne (goedaardige tumor)

  • cellen tumor lijken op weefsel waaruit het is ontstaan
  • langzame groei
  • houden zich aan anatomische grenzen
  • meestal gemakkelijk te verwijderen
  • zaaien niet uit

Maligne (kwaadaardige tumor)

  • cellen tumor lijken niet meer op weefsel waaruit het is ontstaan
  • groeien vaak snel
  • houden zich niet aan anatomische grenzen
  • moeilijker te verwijderen door onzichtbare uitlopers
  • zaaien vaak uit

Slide 25 - Tekstslide

Oorzaken
  • erfelijkheid
  • leefstijl: roken/alcohol/voeding/bewegen
  • chemische stoffen (asbest/cytostatica)
  • milieuverontreiniging
  • straling
  • chronische ontstekingen

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn de meest voorkomende plaatsen van kanker?
  • huid
  • spijsverteringsstelsel
  • luchtwegen
  • geslachtsorganen
  • beenmerg

al het weefsel met veel celdeling

Slide 27 - Tekstslide

Onderzoeken
  • anamnese/lichamelijk onderzoek
  • bloedonderzoek
  • radiologische onderzoek (röntgen/ct/mri/echo)
  • nuclaire onderzoek (PET scan/botscan)
  • biopt afnemen (PA-diagnose)


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Negen signalen van kanker
  1. gewichtsverlies, vermoeidheid, slecht uit zien
  2. veranderingen bij plassen
  3. verandering ontlasting
  4. verdikking/knobbel in lichaam
  5. blijvende heesheid of hoest, bloed ophoesten
  6. slikklachten
  7. moedervlekken en huidplekjes die veranderen
  8. een plekje dat schilfert of bobbeltje op de huid
  9. vrouw > ongewoon bloedverlies/afscheiding, man> pijn of verandering zaadballen 

Slide 30 - Tekstslide

Gebruik je kanker als scheldwoord?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Alleen als ik heel boos ben.

Slide 31 - Quizvraag

Aan kanker ga je altijd dood.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Kanker is een ziekte die in je lichaam groeit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Wat vernieuwd zich steeds in je lichaam?
A
Cellen
B
DNA
C
Haren
D
Hersencellen

Slide 34 - Quizvraag

Je hebt goedaardige en kwaadaardige kankercellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Hoe heet een groep kankercellen bij elkaar?
A
Gezwel
B
Tumor
C
Ophoping
D
Cellen

Slide 36 - Quizvraag

Hoe heet de behandeling tegen kanker?
A
Chemotherapie
B
Kuurtherapie
C
Antibioticakuur
D
Operatiekuur

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide