Herhaling grammatica Les 4

Herhaling grammatica les 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling grammatica les 2

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Terugblik vorige les: vergelijkingen
Uitleg:
"avoir mal à "
Verder werken aan chapitre 6 Les 2

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt zinnen op drie manieren vragend maken.

Je kunt zeggen waar je pijn hebt met "avoir mal à"

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een goede vraag?
A
Paul a joué au foot?
B
A Paul joué au foot?

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een goede vraag?
A
Est-ce que elle a fait ses devoirs?
B
A-t-elle fait ses devoirs?

Slide 5 - Quizvraag

Maak de zin op een andere manier vragend.

Nous avons passé un bon weekend?

Slide 6 - Open vraag

Maak de zin op een andere manier vragend.

Est-ce que ton père a acheté une nouvelle voiture?

Slide 7 - Open vraag

Maak de zin op een andere manier vragend.

Elle a dansé toute la nuit?

Slide 8 - Open vraag

Wat is NIET juist?
A
Sophie est allée à la plage?
B
Est-ce que Sophie est allée à la plage?
C
Est Sophie allée à la plage?

Slide 9 - Quizvraag

Herhaling
Zeggen waar je pijn hebt met "avoir mal à"

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zeg je....?

Ik heb pijn in mijn been?
A
J'ai mal à la jambe
B
J'ai mal aux jambe
C
J'ai mal au jambe
D
J'ai mal à l'jambe

Slide 12 - Quizvraag

Hoe zeg je....?

Ik heb pijn in mijn rug
A
J'ai mal à la dos
B
J'ai mal au dos
C
J'ai mal aux dos
D
J'ai mal à l'dos

Slide 13 - Quizvraag

Hoe zeg je...?

Ik heb pijn in mijn voeten?
A
J'ai mal à les pieds
B
J'ai mal aux pieds
C
J'ai mal à la pied
D
J'ai mal au pieds

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zeg je...?

Ik heb pijn aan mijn oor.
A
J'ai mal à l'oreille
B
J'ai mal au oreille
C
J'ai mal aux oreille
D
J'ai mal à la oreille

Slide 15 - Quizvraag

Chapitre 6 Les 2 opdrt. 5 / 6 / 7

Slide 16 - Tekstslide