Sanitair onderhoud

Wat maak je schoon bij sanitair onderhoud?
A
De keuken
B
Het interieur
C
De gang
D
Het toilet
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
HuishuiskundeVoortgezet speciaal onderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 4,5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Wat maak je schoon bij sanitair onderhoud?
A
De keuken
B
Het interieur
C
De gang
D
Het toilet

Slide 1 - Quizvraag

Wat gebruik je voor het reinigen van de wc-pot?

Slide 2 - Open vraag

Welk middel gebruik je voor het inzetten van een toiletpot?

Slide 3 - Open vraag

Een glasdoek gebruik je?
A
Droog
B
Vochtig
C
Nat
D
Handklam

Slide 4 - Quizvraag

Wat maak je schoon met een glasdoek?

Slide 5 - Open vraag

Het toilet maak je schoon met?
A
Een blauwe (microvezel)werkdoek
B
Een rode (microvezel)werkdoek
C
Glasdoek
D
Stofwisdoek

Slide 6 - Quizvraag

Welke materialen heb je nodig voor sanitair onderhoud?

Slide 7 - Open vraag

Hygiëne is belangrijk als je een toilet schoonmaakt. Welke beschermende kleding draag je?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de werkvolgorde bij het schoonmaken van het sanitair?
A
-Van vuil naar schoon -Van laag naar hoog -Van binnen naar buiten
B
De eerste tien stapjes uit het werkboek van sanitair.
C
De eerste vijf stapjes uit het werkboek van sanitair.
D
-van schoon naar vuil -Van buiten naar binnen -Van hoog naar laag

Slide 9 - Quizvraag

Als je klaar bent met je schoonmaakwerk dan mag je gezien de hygiëne het volgende niet vergeten!
A
Je handen wassen met handschoenen aan, daarna de handschoenen uitdoen en nog een keer je handen wassen.
B
Je werk controleren
C
Een ander toilet schoonmaken
D
Je doekjes in de was doen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vaak moet een toilet minimaal per dag schoongemaakt worden?
A
1 x
B
3x
C
2x
D
4x

Slide 11 - Quizvraag

Zet de eerste 5 stapjes  in de juiste volgorde, van 1 t/m 5. 
W.c. doorspoelen. 
Onder de rand sanitairreiniger spuiten (met een straal) met de rode sproeiflacon.
Het toilet onder de rand doorborstelen. 
    De toiletborstel blijft in de pot staan!

Ga na wat aangevuld moet worden.
 (toiletpapier, zeep en handdoeken)

Losliggend vuil opvegen met veger en blik.
Duidelijk kijken wat de vervuiling is.
  Afvalemmer legen, 
    -nieuwe afvalzak plaatsen indien nodig,    
   - afvalemmer  staat buiten het toilet.

Materiaalwagen klaarzetten. 
Handschoenen aantrekken.
Zet het gevarenbord bij de ingang van de sanitaire ruimte!

1
2
3
4
5

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe ging deze opdracht?

Slide 13 - Open vraag

Je bent klaar!
Goed gedaan!

Slide 14 - Tekstslide