Overal 1-2 HV 4.5 remmen

4.5 Remmen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.5 Remmen

Slide 1 - Tekstslide

4.5 Remmen
Lesdoel;
De stopafstand kunnen uitrekenen met behulp van de reactie-tijd en remweg.

Slide 2 - Tekstslide

Milou fietst naar school met een elektrische fiets. Deze fiets heeft een snelheid van 30 km/h. Ze woont 3500 meter van school vandaan. Hoe lang doet ze erover om op school te komen in minuten ?

Slide 3 - Open vraag

0

Slide 4 - Video


Wat is snelheid?
A
De afstand die je aflegt in een uur
B
De afstand die je aflegt in een bepaalde tijd
C
De tijd die je nodig hebt om een kilometer af te leggen
D
De tijd die je nodig hebt om een meter af te leggen

Slide 5 - Quizvraag

Reactietijd
De tijd tussen het zien van het gevaar en remmen. 
Afhankelijk van de bestuurder.
Reactie tijd: 0,7-1,0
  • niet opletten
  • Vermoeidheid
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen

Slide 6 - Tekstslide

reactietijd
dit is de tijd tussen het zien en het reageren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Reactie-afstand
De afstand die je aflegt tijdens de reactietijd.

De reactieafstand reken je uit met:
Sreactie = v . t
SReactie is de reactieafstand in meter (m)
v is de snelheid in meter per seconde (m/s)
t is de reactietijd in seconde

Slide 9 - Tekstslide

Reactieafstand

De reactieafstand
Is ook afhankelijk van de beginsnelheid.
Bij een reactietijd van 1,5 seconde en 
 een beginsnelheid van 6 m/s is de reactieafstand: 
6x1,5= 9m
Bij een beginsnelheid van 9 m/s is de reactierafstand
9 x 1,5s = 13.5m

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe groot is je reactieafstand als je 50 km/h rijdt?
A
50 m
B
23.8 m
C
13.8 m
D
dat kan je niet weten

Slide 12 - Quizvraag

 voorbeeld berekenen reactieafstand
Cindy fietst naar school met een snelheid van 18 km/h en moet ineens remmen. Haar reactietijd is 1 sec. Reactieafstand?
Gevraagd: s = ?
gegeven:  V=18 km/h ---> 5 m/s                t= 1 s.
Formule: s = v . t
invullen : s = 5 m/s * 1 s
antwoord: s = 5m 

Slide 13 - Tekstslide

Je rijdt met 15 km/h als je ziet dat je moet remmen. Je reactietijd is 1,2 s.
Wat is de reactieafstand?
A
1,2 m
B
4,17 m
C
5 m
D
9,17 m

Slide 14 - Quizvraag

Een fietser fietst met een snelheid van 20 km/h.
Hoe groot is zijn reactieafstand in meters als zijn reactietijd 2,0 s bedraagt?
A
0,56 m
B
0,28 m
C
10 m
D
11 m

Slide 15 - Quizvraag

Remweg
De remtijd is de tijd waarin je snelheid kleiner wordt.
De afstand die je aflegt tijdens het remmen noem je de remweg.
De remweg hangt af van: 
De snelheid
De remkracht
De massa
De kwaliteit van de banden
De gladheid van de weg
ABS (anti blokkeer systeem)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

een vrachtwagen rijdt in de regen met 22,2 m/s. hoe groot is zijn remweg?
A
24,5m
B
48m
C
50m
D
het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 21 - Quizvraag

Van welke factoren hangt je remweg af?
A
1 je concentratie, 2 je snelheid, 3 het soort wegdek
B
1 sneeuw op de weg, 2 het profiel van de banden, 3 je snelheid, 4 het soort wegdek
C
1 vreemde stoffen in je lichaam, 2 je leeftijd, 3 nat of droog wegdek
D
1 De massa van het voertuig 2 vermoeidheid 3 de remkracht 4 de grip van de banden

Slide 22 - Quizvraag

Stopafstand
De stopafstand is de totale afstand die afgelegd wordt tussen het zien van het gevaar en het stilstaan.

stopafstand = reactieafstand + remweg
Sstop = Sreactie + Srem

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welke afstand is altijd het langste
A
Stopafstand
B
Remweg
C
Reactieafstand

Slide 26 - Quizvraag

De reactieafstand is 25,8 m en de remweg is 36,8 m.
Hoe groot is de stopafstand?
A
11 meter
B
25,8 meter
C
36,8 meter
D
62,6 meter

Slide 27 - Quizvraag

Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg
Welke van deze drie afstanden verandert als de bestuurder flink gedronken heeft?
A
remweg + stopafstand
B
reactieafstand + stopafstand
C
alle afstanden
D
reactieafstand + remweg

Slide 28 - Quizvraag

Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg

Op welke van deze drie afstanden heeft de toestand van het wegdek invloed?


A
Remweg + stopafstand
B
Op alle afstanden
C
Remweg + reactieafstand
D
Reactieafstand + Stopafstand

Slide 29 - Quizvraag