In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Introductie
Gedurende deze workshop gaan leerlingen een vogel maken die zo lang mogelijk kan zweven. Ze kunnen inspiratie opdoen aan de hand van de natuur. Gedurende de workshop zal de geknutselde vogel aangepast worden waardoor deze nog langer kan zweven. Ze ontdekken dat er heel wat te verbeteren valt aan hun eerste ontwerp.
Instructies
Gedurende deze workshop gaan leerlingen een vogel maken die zo lang mogelijk kan zweven. Ze kunnen inspiratie opdoen aan de hand van de natuur. Gedurende de workshop zal de geknutselde vogel aangepast worden waardoor deze nog langer kan zweven. Ze zullen ontdekken dat er heel wat te verbeteren valt aan hun eerste ontwerp.
Duur: 1,5 uur
Doelgroep: leerlingen uit groep 6,7,8
Programma
1. Introductie 5 min
2. Verkennen en bespreken 10 min
3. Ontwerp voorstel 10 min
4. Ontwerp maken 20 min
5. Testen 20 min
6. Presenteren voorbereiden 5 min
7. Presentatie 10 min
Onderdelen in deze les
Hoe werkt zweven?
Slide 1 - Tekstslide
Vertel: Vandaag gaan we een programma van het Universiteitsmuseum Utrecht volgen. Het UMU is een museum wat gaat over onderzoek doen. Er wordt onderzoek van wetenschappers van de Universiteit Utrecht getoond.
Vraag: Waar denken jullie aan bij wetenschap?
Wetenschap is het onderzoek doen naar iets waar je het antwoord nog niet op weet. Vandaag gaan we onderzoek doen naar het onderwerp zweven.
Slide 2 - Video
Doe: laat de video zien.
Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Klik op de hotspot
Afbeelding vergroten
Navigeren door de les
Kijken
Luisteren
Slide 3 - Tekstslide
Staat 'divices in de klas' uit? Onder de les kun je dit uitvinken. We adviseren de les te geven zonder devices, zo is de les bedacht.
De les is wel te geven met devices, leerlingen kunnen dan de code invullen en interactief meedoen met de les.
Onderzoek: Welk papiertje zweeft langer?
De platte
De prop
Slide 4 - Poll
Vraag: Welk papiertje zweeft langer?
Doe: nodig twee leerlingen uit op tafel te komen staan en geef één kind een normaal A-4’tje en het andere kind een A-4’tje in een prop. Laat de kinderen de papieren op hetzelfde moment loslaten.
Vraag: Welke papiertje zweefde langer? Vul het antwoord in.
Bespreek:
Hoe kwam dat?
Wat zorgt er voor dat iets kan zweven?
Vertel: dat de leerlingen vandaag een ontwerp gaan maken dat zo lang mogelijk kan zweven.
Welke dieren of mensen zweven?
Slide 5 - Woordweb
Vraag: Kennen jullie voorbeelden van zwevende dieren of misschien wel mensen?
Bespreek: de antwoorden van de leerlingen klassikaal.
Skeletten
Wat valt op?
Slide 6 - Tekstslide
Foto: Skelet van een papegaai.
Vertel: Om meer te leren over zwevende dieren en inspiratie op te doen voor ons eigen ontwerp, gaan we bekijken uit welk materiaal de dieren bestaan en hoe de vormen/structuren van de dieren zijn. We leren zo van de natuur. We bekijken het skelet van een vogel, zwaan en een vleermuis.
Vraag: Wat zien ze? Wat valt ze op? Waardoor zouden deze dieren zo goed kunnen vliegen?
Bespreek de antwoorden van de leerlingen klassikaal.
Wat valt op?
Slide 7 - Tekstslide
Foto: Skelet van een zwaan.
Vraag: Wat zien ze? Wat valt ze op? Waardoor zouden deze dieren zo goed kunnen vliegen?
Bespreek de antwoorden van de leerlingen klassikaal.
Wat valt op?
Slide 8 - Tekstslide
Foto: foto van een vleermuis.
Vraag: Wat zien ze? Wat valt ze op? Waardoor zouden deze dieren zo goed kunnen vliegen?
Bespreek de antwoorden van de leerlingen klassikaal.
Slide 9 - Video
Video: laat het volgende filmpje zien over de vliegende eekhoorn.
Stel de volgende vragen:
Zijn er dieren die niet kunnen vliegen maar wel zweven?
Uit welk materiaal bestaat de vleugel van een vleermuis?
Waar is de vleugel stevig? Waar zitten de botjes?
Welke vormen hebben de dieren? (tekenen mag natuurlijk!)
Vertel: We gaan vandaag ontwerpen. In plaats van dat we een onderzoeksvraag maken en een onderzoekje doen om deze vraag te beantwoorden, gaan we proberen om zo goed mogelijk iets te ontwerpen. We doen eigenlijk onderzoek naar wat je nodig hebt om zo goed mogelijk te kunnen zweven. Daarbij ga je eerst een ontwerp maken. Daarna kan je gaan uitproberen wat het beste werkt.
Vraag: Hoe kun je zo goed mogelijk zweven?
Klaar voor?
Voorspelling: Welk vliegtuig zweeft het langste?
Gebruik het blad met vouwtechnieken en de basisvouw 1,2,3
Slide 11 - Tekstslide
Vertel: Jullie gaan eerst in groepjes overleggen en bedenken hoe jullie willen dat de vogel eruit gaat zien. Maak hier een tekening van en schrijf op welke materialen je wilt gaan uitproberen.
Klaar? Dan kunnen jullie je ontwerp gaan bouwen.
timer
20:00
Slide 12 - Tekstslide
Vertel: Jullie hebben hier 20 minuten voor.
Tijd voor de test!
Slide 13 - Tekstslide
Testen. De leerlingen gaan hun eerste ontwerp uitproberen door hem bijvoorbeeld uit het raam of van de trap te gooien. Bespreek hoe ze dat testen gaan doen.
Bespreek: de volgorde van gooien alvast, zo voorkom je gedrang. Geef aan dat we voorzichtig moeten doen in verband met de veiligheid.
Eén leerling van elk tweetal gaat naar beneden met een camera (evt telefoon) en een stopwatch. De rest (en jij ook!) blijft boven. Om beurten gooien ze hun ontwerp. De leerlingen beneden meten op hoe lang het ontwerp zweeft en filmen de vlucht. Als alle ontwerpen uit zijn getest, gaan de leerling die boven zijn gebleven ook naar beneden toe.
o Welke vogel zweefde het langst?
o Wat lijkt te werken?
o Wat niet?
En de top drie is...
Slide 14 - Tekstslide
Maak bekend: welk ontwerp het langste zweefde. Probeer te bedenken met elkaar waarom.