Austausch

Mal schauen!
Wie gut kennen unsere deutschen Freunde sich aus?  hmmmm? 

Es folgen 10 Fragen. 
Pro Frage gibt es einen Punkt zu verdienen.

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Mal schauen!
Wie gut kennen unsere deutschen Freunde sich aus?  hmmmm? 

Es folgen 10 Fragen. 
Pro Frage gibt es einen Punkt zu verdienen.

Slide 1 - Tekstslide

Wie heißt das offizielle Staatsoberhaupt der Niederlande?
A
König Willem-Alexander
B
Präsident Mark Rutte
C
Königin Beatrix
D
Königin Wellen von IJsselstein bis zur Provinz Utrecht

Slide 2 - Quizvraag

Zusammen mit den Niederlanden, Curaçao und Aruba gehört die Karibikinsel Sint Maarten zum Königreich der Niederlande. Seit 1648 und dem Vertrag von Concordia ist die Insel zweigeteilt. Der niederländische Teil liegt im Süden. Wem gehört der Norden?
A
Frankreich
B
Vereinigtes Königreich
C
Spanien

Slide 3 - Quizvraag


Die Niederlande sind ein autonomes Land innerhalb welchen Gebildes?
A
Commonwealth der Niederlande
B
Königreich der Sieben Provinzen und der Niederlande
C
Königreich der Niederlande

Slide 4 - Quizvraag


Het Wilhelmus (Der Wilhelm) ist die Nationalhymne der Niederlande. Darin stellt sich Wilhelm von Oranien-Nassau in Ich-Form vor. Er sei von deutschem Blut, sagt Wilhelm darin. Und er sei dem König welchen Landes gegenüber stets loyal gewesen?
A
Niederlande
B
Frankreich
C
Österreich
D
Spanien

Slide 5 - Quizvraag

Die Niederländer haben buchstäblich ein Viertel ihres Landes dem Meer abgetrotzt. Etwa 60 Prozent der Einwohner leben "unter dem Meeresspiegel". Wie tief unter dem Meer ist der tiefste Punkt des Landes, der sich in der Nähe von Rotterdam befindet?

A
4,74 Meter
B
6,74 Meter
C
12,74 Meter
D
18,74 Meter

Slide 6 - Quizvraag

Wiehoeoeoeoeoe
Die Hälfte habt ihr schon hinter euch!!!!

Slide 7 - Tekstslide

Wie nennt man heute die ehemalige Kolonie "Niederländisch Ostindien", deren größter Teil 1949 unabhängig wurde?
A
Sri Lanka
B
Indonesien
C
Papua-Neuguinea
D
Indien

Slide 8 - Quizvraag

"Holland", das oft synonym zu "Die Niederlande" verwendet wird, ist eine historische Provinz, die heute aus Noord- und Zuid-Holland besteht. Wie viele Provinzen gibt es insgesamt?
A
zeven
B
elf
C
negen
D
twaalf

Slide 9 - Quizvraag

Ist der Besitz von Marihuana, Haschisch und anderen berauschenden Cannabisprodukten in den Niederlanden offiziell legal?
A
ja
B
nein
C
sicher
D
Das hängt von den Umständen ab

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide


 Wo gehen niederländische Kinder hin, wenn sie von ihren Eltern in den "Winkel" geschickt werden?
A
in ein Geschäft
B
ins Bett
C
in eine Ecke (Bestrafung)
D
in die Schule

Slide 12 - Quizvraag

und jetzt sind die Holländer(innen) dran
Auch hier gibt es 10 Fragen zu beanworten

Slide 13 - Tekstslide

Aan hoeveel landen grenst Duitsland?
A
6
B
8
C
7
D
9

Slide 14 - Quizvraag

Benoem deze landen:

Slide 15 - Open vraag


Duitsland heeft meer inwoners dan de UK maar minder dan Frankrijk
A
klopt!
B
stimmt
C
klopt bijna!
D
falsch

Slide 16 - Quizvraag

Waarom is de naam 'Oktoberfest' eigenlijk merkwaardig?

Slide 17 - Open vraag

Welke 2 snoepmerken zijn Duits?
A
Haribo
B
Milka
C
Ricola
D
Werther's Original

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een 'Ossi'?
A
een Pruisische Jongensnaam
B
deel van de Ostseekust
C
een kalfje
D
een voormalige bewoner van de DDR

Slide 19 - Quizvraag




Hoe vaak past Nederland in Duitsland? 
A
ong. 6 x
B
bijna 10 x
C
ca. 8 x
D
meer dan 12 x

Slide 20 - Quizvraag

Componist
natuurkundige
politicus
dichter
Friedrich von Schiller
Johann Strauss
Konrad Adenauer

Slide 21 - Sleepvraag

Wanneer is aan de bouw van de muur begonnen en wanneer viel deze?
A
1955 - 1989
B
1961 - 1989
C
1956 - 1990
D
1962 - 1989

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Zunächst
Deutsch - Niederländisch

Slide 24 - Tekstslide

Was bedeutet: absichtlich

Slide 25 - Open vraag

Was bedeutet: bellen

Slide 26 - Open vraag

Was bedeutet: dürfen

Slide 27 - Open vraag

Was bedeutet: eng

Slide 28 - Open vraag

Was bedeutet: trotz

Slide 29 - Open vraag

Was bedeutet: das Kleid

Slide 30 - Open vraag

Und jetzt
Niederländsich - Deutsch

Slide 31 - Tekstslide

Hoe luidt de vertaling van: verzoeken

Slide 32 - Open vraag

Hoe luidt de vertaling van: de reden

Slide 33 - Open vraag

Hoe vertaal je: klaar

Slide 34 - Open vraag

Wat is de betekenis van: de grond

Slide 35 - Open vraag

wat is de betekenis van: de tegenstand

Slide 36 - Open vraag

Nog 1 vraag voor de ....
... laatste ronde!

Slide 37 - Tekstslide

Hoe luidt de vertaling van: de baan

Slide 38 - Open vraag

und jetzt ..... 
DAS FINALE

Slide 39 - Tekstslide

Wat is het laatste woord?
zometeen hoor je een drietal liedjes. 
Wat is het laatste woord dat je hoort voordat de muziek stopt?

Slide 40 - Tekstslide

1

Slide 41 - Video

01:18
Het laatste woord dat ik hoorde was....
A
Sop
B
Stop
C
Drop
D
Kop

Slide 42 - Quizvraag

1

Slide 43 - Video

01:32
Het laatste woord dat ik hoorde was....

Slide 44 - Open vraag

1

Slide 45 - Video

01:29
Het laatste woord dat ik hoorde, was
A
Keihard
B
Vrij hard
C
Bubbelbad
D
Blij hart

Slide 46 - Quizvraag

1

Slide 47 - Video

01:17
Was ist das letzt Wort, das du gehört hast?

Slide 48 - Open vraag

Slide 49 - Tekstslide