HV3 - Unité 1 - Passé composé avoir + être

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de passé composé?
Geef een voorbeeld van een zin in het Nederlands

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ik heb gereisd
(voyager)
A
J'ai voyager
B
Tu as voyagu
C
Tu as voyagé
D
J'ai voyagé

Slide 7 - Quizvraag

Hij heeft gekozen
(choisir)
A
il a choisi
B
tu as choisi
C
il a choisu
D
tu as choisir

Slide 8 - Quizvraag

Wij hebben gepraat
(parler)
A
Ils ont parlé
B
Nous avons parli
C
Nous avons parlé
D
Vous avez parlu

Slide 9 - Quizvraag

Zij heeft gewacht
(attendre)
A
Elle a attendu
B
Elle a attendé
C
Tu as attendre
D
Nous avons attendi

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Avoir: jij hebt gehad

Slide 12 - Open vraag

Faire: hij heeft gedaan/gemaakt

Slide 13 - Open vraag

Être: U bent geweest

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Gebruik je in het Nederlands het hulpwerkwoord zijn? Dan gebruik je in het Frans ook meestal het hulpwerkwoord être!

Slide 16 - Tekstslide

In het NL zijn? Dan in het Frans vaak ook être!

Slide 17 - Tekstslide

Passé composé met hulpww. être 
                 Je suis allé (e)                            ik ben gegaan
                 Tu es allé (e)
                 Il est allé
                 Elle est allée
                 nous sommes allé(e)s
                 vous êtes allé(e)s
                 Ils sont allés
                 Elles sont allées

Slide 18 - Tekstslide

Je ( choisir - passé composé)

Slide 19 - Open vraag

passé composé
vous ....... ........ (zijn)

Slide 20 - Open vraag

(être, passé composé) Nous ..................
(faire, passé composé) Elles ......................

Slide 21 - Open vraag

(avoir, passé composé) elle ..................
(regarder, passé composé) Juliette ........

Slide 22 - Open vraag

aller, passé composé:
elle ...

Slide 23 - Open vraag

Ils (rester, passé composé) ici.

Slide 24 - Open vraag

Caroline _________ au cinéma
(aller-passé composé.)

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Faites : exercices 16A+B+C+D

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide