2 mavo hst 3 verwarmen en verbranden

Hst 3 Verwarmen en verbranden

Par 3.1: Temperatuur meten

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeNask / Techniek+2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hst 3 Verwarmen en verbranden

Par 3.1: Temperatuur meten

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen, in deze les leer je :

  • het verschil tussen warmte en temperatuur
  • wat er gebeurt als moleculen meer of minder energie krijgen
  • hoe een vloeistof thermometer werkt.
  • wat kamertemperatuur is.
  • de begrippen meetbereik en kamertemperatuur.
  • graden Celsius om te rekenen naar de standaardeenheid voor temperatuur Kelvin.


Slide 2 - Tekstslide

Het verschil tussen temperatuur en warmte 
  • Warmte is een vorm van Energie
  • Temperatuur is niet hetzelfde als warmte
  • Door warmte toe te voegen (=verhitten) of juist warmte weg te halen (=koelen) kun je de temperatuur van voorwerpen/stoffen veranderen
  • Hoe meer warmte je toevoegt hoe sneller deeltjes gaan bewegen, daardoor kunnen stoffen gaan uitzetten of juist gaan krimpen(open link)

Slide 3 - Tekstslide

  • Zo sterk is de aantrekkingkracht per fase: 

    erg groot                                        minder groot                               kleinste 
    







moleculen trillen op vaste plek       moleculen bewegen      moleculen bewegen 
                                                       langs elkaar                   op grote afstand van elkaar     
De 3 fasen(=toestanden) uitgelegd met het deeltjesmodel
vast                                      vloeibaar                            gasvormig
    
  • Alle stoffen bestaan uit moleculen, moleculen trekken elkaar aan.

Slide 4 - Tekstslide

Temperatuur meet je met een thermometer
  • Temperatuur  is een grootheid (iets wat je kunt meten net zoals lengte, snelheid, massa en volume)
  • Temperatuur meet je met een thermometer in de eenheid graden Celsius of ℃ (eenheid is de maat waarin je meet zoals b.v. meter, kilogram of liter ) 
  • Kamertemperatuur is de temperatuur waarin de meeste
    personen zich aangenaam voelen, dat is bij 20°C.


Slide 5 - Tekstslide

De werking van een analoge vloeistofthermometer
Een vloeistofthermometer bestaat uit:
  • een reservoir met een gekleurde vloeistof,vaak is dat alcohol.
  • en een dunne stijgbuis (warmt de vloeistof
     op dan zet hij uit en zie je de vloeistof stijgen,
     koelt de vloeistof af dan krimpt hij.
  • op de schaalverdeling naast de stijgbuis lees
     je de temperatuur af .
  • Demonstratie!

Slide 6 - Tekstslide

De thermometer bedacht door de Celsius (in 1742)

  • Meneer Celsius bedacht een meetinstrument
    om de temperatuur te meten (de thermometer).
  • Hij noemde het vriespunt van water 0°C en het
     kookpunt van water, 100 °C.
  • Het gebied hier tussenin verdeelde hij in 100
     gelijke stappen van 1°C, dat is de schaalverdeling
  • Tussen welke temperaturen een thermometer kan
     meten noem je het meetbereik. 

Slide 7 - Tekstslide

Standaard eenheid voor temperatuur is Kelvin (K)
  1. schets een thermometer
  2. noteer links 0 en 100oC op de juiste hoogte
  3. noteer rechts 0 K helemaal onderin
  4. zoek in Binas  (tabel 1) het absolute nulpunt  op (-273 oC) 
  5. vul dat rechts in en dan zie je vanzelf:
  6. van Celsius naar Kelvin is + 273 en andersom -273
  7. Let op: lager dan 0 Kelvin kan niet!!!!
  • Natuurkundigen gebruiken de standaardeenheid Kelvin (K) om de temperatuur in te meten 
  • Meneer Kelvin noemde 0 K het absolute nulpunt, bij die temperatuur
    (-273 oC) staan alle moleculen stil staan
  • Omreken van graden celsius naar Kelvin doe je zo:

Slide 8 - Tekstslide

Thermometers met verschillende meetbereiken
Afhankelijk van waar je de thermometer gebruikt kies je er een met een geschikt meetbereik

Slide 9 - Tekstslide

Standaard eenheid voor temperatuur is Kelvin (K)
  1. Natuurkundigen gebruiken de standaardeenheid
     Kelvin (K) om de temperatuur in uit te drukken
  2. Meneer Kelvin noemde het absolute nulpunt (-273o de
    temperatuur waarbij alle moleculen stil staan 0 K
  3. Om graden celsius om te reken naar Kelvin tel je bij de graden Celsius 273 op.
  4. Jouw lichaamstemperatuur is dus 37°C + 273 = 310K
  5. schets een thermometer
  6. noteer links     0 en 100oC op de juiste hoogte
  7. noteer rechts 0 K helemaal onderin
  8. zoek in Binas op wat absolute nulpunt in oC is (tabel 1)
  9. vul dat rechts in en dan zie je vanzelf:
  10. van Celsius naar Kelvin is + 273 en andersom -273
  11. Let op: lager dan 0 Kelvin kan niet!!!!

Slide 10 - Tekstslide

Temperatuurschaal Kelvin
Druk = trilsnelheid van moleculen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Temperatuur meten

Analoog: met een wijzer of vloeistofkolom b.v. een koortsthermometer of buitenthermometer







Slide 13 - Tekstslide

Temperatuur meten

Digitaal: met cijfers in een schermpje, heeft een warmtesensor









Slide 14 - Tekstslide

Welke thermometer gebruik je?
Meetbereik - Verschil tussen de laagste en de hoogste waarde.

Slide 15 - Tekstslide

3.1 Het Deeltjesmodel: , fase en faseovergangen

Slide 16 - Tekstslide

Maken vragen 1 tm 24 op
blz 131 tm 134

Slide 17 - Tekstslide