Hormoonstelsel 1

 Hormoonstelsel 
1 Inleiding 
2 Hormonen
3 Hypothalamus 
4 Schildklier en bijschildklieren 
5 Bijnieren 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Hormoonstelsel 
1 Inleiding 
2 Hormonen
3 Hypothalamus 
4 Schildklier en bijschildklieren 
5 Bijnieren 

Slide 1 - Tekstslide

1 Inleiding 
hormonen beïnvloeden lichaamsprocessen

Slide 2 - Tekstslide

2 Hormonen
signaalstoffen- chemische boodschappers- zetten doelcellen aan tot bepaalde stofwisselingsprocessen. 
- invloed op ontwikkeling  (lichaam)
hormoonklieren maken ongeveer 25 verschillende hormonen

Slide 3 - Tekstslide

Hormoonklier
endocrien(zonder afvoerbuis): geven stoffen direct af aan het bloed

Remmende terugkoppeling (wanneer er te veel hormoon is)

Slide 4 - Tekstslide

3 Hypothalamus 
Hypofyse (onder tussenhersenen) 
Hypothalamus ligt boven hypofyse 
Hypothalamus is de secretaresse: meet de hoeveelheid hormonen in het bloed en stimuleert dan afgifte van hormonen. 

Slide 5 - Tekstslide

Hypofyse
Hypofysevoorkwab: klierweefsel 
productie 7 hormonen: TSH/ACTH/FSH/LH/STH/Prolactine/MSH
Hypofyse achterkwab: zenuwweefsel
opslagplaats 2 stoffen die in Hypothalamus worden gemaakt: ADH en oxytocine

Slide 6 - Tekstslide

Hypofysevoorkwab 
TSH= zet schildklier aan om schildklierhormoon calcitonine te maken 
ACTH= bijnierschors-stimulerend hormoon
FSH= follikel stimulerend hormoon  (stimuleert eierstokken tot ontwikkeling van follikels en zaadballen tot aanmaak) zaadcellen)

Slide 7 - Tekstslide

LH: stimuleert eisprong en productie progesteron in eierstokken. In zaadballen: testosteron
STH= groeihormoon : stimuleert celgroei/ herstel en vervanging lichaamscellen
Prolactine: ontwikkeling van melkklierweefsel 

Slide 8 - Tekstslide

MSH: melanocyt-stimulerend hormoon: = pigmenthormoon stimuleert pigmentcellen in de huid (kleurstof bepaalt kleur van huid en haren)

Slide 9 - Tekstslide

Hypofyse achterkwab 
zenuwweefsel 
opslagplaats van ADH en oxytocine die in hypothalamus worden gemaakt.
ADH: regelt waterhuishouding 

Slide 10 - Tekstslide

Ocytocine
- stimuleert baarmoeder om zich samen te trekken
- einde zwangerschap neemt oxytocine toe: veroorzaakt weeën
- toeschietreflex bij het geven van borstvoeding  

Slide 11 - Tekstslide

4. Schildklier en bijschildklieren
-Schildklier: produceert 1. thyroxine 
regelt stofwisseling van je lichaam
-Bijschildklieren: parathormoon 
maakt calcium vrij uit botten en remt uitscheiding calcium in de nieren 

Slide 12 - Tekstslide

5 Bijnieren 
Bijnierschors: buitenkant bijnieren: drie hormonen
1.corticosteroiden: aldosteron en cortisol
2. geslachtshormonen 
Binnenkant bijnier= bijniermerg: produceert adrenaline en noradrenaline (stresshormoon)

Slide 13 - Tekstslide

Aldosteron
regelt zoutgehalte in bloed (natrium en kalium)
Natrium: vochtbalans, regelt bloeddruk, prikkeloverdracht spieren en zenuwen
Kalium: prikkeloverdracht zenuwen en spieren. 
aanmaak van eiwitten en glycogeen

Slide 14 - Tekstslide

Cortisol 
invloed op suikergehalte (glucose) 
hormoon ACTH uit hypofyse zet bijnierschors aan om cortisol aan te maken
Cortisolgehalte is verhoogd in stresssituaties 
controleert ontstekingsreacties en productie antistoffen

Slide 15 - Tekstslide

Geslachtshormoon
bijnierschors produceert androgenen bij man en vrouw

Slide 16 - Tekstslide

Adrenaline en noradrenaline 
reactie op gevaar, angst of woede
Fight or Flight 

Slide 17 - Tekstslide