Het klimaat van Nederland

Wat voor weer word het dit weekend?
Het klimaat van Nederland
Op tafel:
Chromebook en boeken
In je tas:
oortjes
Planning:
Herhaling afgelopen paragrafen
Nieuwe uitleg
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat voor weer word het dit weekend?
Het klimaat van Nederland
Op tafel:
Chromebook en boeken
In je tas:
oortjes
Planning:
Herhaling afgelopen paragrafen
Nieuwe uitleg

Slide 1 - Tekstslide

Pak je aantekeningen schrift erbij!
Leerdoelen:
Je weet welke windrichting in Nederland overheerst en wat voor gevolgen dat heeft voor ons klimaat.
Je begrijpt de invloed van aanlandige en aflandige wind en waarom Nederland een gematigd zeeklimaat heeft.
Je kunt uitleggen waardoor in de zomer en winter op gelijke breedte verschillen in temperatuur ontstaan.


Slide 2 - Tekstslide

Waar liggen de hoogste temperaturen en waar de laagste in Nederland?
Zomer

Slide 3 - Tekstslide

Waar ligt de hoogste temperatuur en waar de laagste in Nederland?
Winter

Slide 4 - Tekstslide

3

Slide 5 - Video

00:46
Leg uit waarom het in het (noord) westen van Nederland kouder is?

Slide 6 - Open vraag

00:58
Waar komt de wind in Nederland meestal vandaan?

Slide 7 - Open vraag

01:23
Wie warmt het snelste op:
A
Water
B
Land

Slide 8 - Quizvraag

Water koelt langzaam af 
Water warmt langzaam op

Land koelt snel af
Land warmt snel op

Slide 9 - Tekstslide

In Nederland overheerst westen wind. 
Je noemt de wint altijd waar hij vandaan komt!

Slide 10 - Tekstslide

Golfstroom

Slide 11 - Tekstslide

Golfstroom
Vanuit de golf van Mexico komt een warme golfstroom naar Europa. 
Mede hierdoor is het vaak warmer in de winter.
Ook is er meer verdamping door het warme zeewater.


Slide 12 - Tekstslide

windrichtingen en de gevolgen opdracht
Noorden:

Oosten:

Zuiden:

Westen:

Schrijf achter elke windrichting wat het effect is op het weer in de zomer en in de winter.

timer
5:00
Blauw = winter
Rood = zomer

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit waarom het in Saratov in de zomer warmer is dan in Amsterdam.

Slide 14 - Open vraag

Wat hebben we de afgelopen weken allemaal geleerd?
Wat weet je nog? Wat ben je kwijt?

Slide 15 - Tekstslide

Onderwerp 1: klimaten wereldwijd

Slide 16 - Tekstslide

Savanne klimaat
Toendra klimaat
Tropisch regenwoud- klimaat
Land-
klimaat

Woestijn- klimaat
Steppe- klimaat
Pool-klimaat

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is het klimaat?
Het klimaat is een omschrijving van de gemiddelde weersomstandigheden:
A
gedurende een week
B
gedurende 1 jaar
C
gedurende 30 jaar
D
gedurende 6 maanden

Slide 18 - Quizvraag

Tropisch klimaat
Savanne klimaat
Woestijn klimaat
Gematigd klimaat
Land klimaat
Pool klimaat

Slide 19 - Sleepvraag

Tropisch klimaat
Droog klimaat
Zee-klimaat
Land-klimaat
Pool-klimaat

Slide 20 - Sleepvraag

Onderwerp 2: temperatuur verschillen

Slide 21 - Tekstslide

Hoogteligging gaat over ... ?
A
Hoe hoger je komt des te kouder het wordt
B
Hoe hoger het wordt des te warmer wordt het (want dichterbij de zon)
C
Verder naar het noorden of zuiden wordt het steeds kouder
D
Dichtbij de evenaar is het lekker warm

Slide 22 - Quizvraag

In berggebieden zijn....temperatuurverschillen.
A
veel
B
weinig

Slide 23 - Quizvraag

Tekst
Naaldbomengordel
Boomgrens
Loofbomengordel
Eeuwige sneeuw
Rotsgordel
Alpenweide

Slide 24 - Sleepvraag

A.
B.
C.
Situatie op hoge breedte
Situatie op lage breedte
Situatie op gematigde breedte

Slide 25 - Sleepvraag

Zonnestralen verwarmen het aardoppervlak
Weerkaatsing van zonnestralen
De aarde geeft warmte af aan de atmosfeer
De verwarmde grond verwarmt de atmosfeer

Slide 26 - Sleepvraag

Onderwerp 3: seizoenen

Slide 27 - Tekstslide

De seizoenen in Nederland

Slide 28 - Sleepvraag

Noordelijk halfrond
Zuidelijk halfrond

Slide 29 - Sleepvraag

Hoe ontstaan seizoenen?
A
Door de rechte zonnestralen op de Evenaar.
B
Door de rechte zonnestralen op 50° NB.
C
Door de draaiing en het recht staan van de aarde.
D
Door de draaiing en het scheef staan van de aarde.

Slide 30 - Quizvraag

De afstand van een plaats tot de evenaar heeft invloed op de temperatuur. Waar horen de volgende woorden? 
Breedtegraad?
Temperatuur
Breedtegraad?
Breedtegraad?
Temperatuur
Temperatuur
Hoge breedte
Lage breedte
Koud
Het hele jaar warm, boven de 18 graden Celsius

Slide 31 - Sleepvraag

Op welke breedtegraad is het warmer?
A
Hoge breedtegraad
B
Lage breedtegraad

Slide 32 - Quizvraag

Onderwerp 4: soorten water

Slide 33 - Tekstslide

De overgang van vloeibaar water naar water in de vorm van gas, noemen we ...
A
Verdamping
B
Infiltratie
C
Condensatie
D
Destilleren

Slide 34 - Quizvraag

De waterkringloop begint door...
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de korte waterkringloop?
A
Al het water dat van land naar zee stroomt
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop in de wolken

Slide 36 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
7
De zon verwarmt de oceaan
Er ontstaan wolken
Er ontstaat neerslag 
Oceaanwater verdampt 
Water valt terug in de oceaan
Waterdamp koelt af
Waterdamp stijgt op

Slide 37 - Sleepvraag

Stijgingsneerslag
Frontale neerslag
Stuwingsneerslag

Slide 38 - Sleepvraag

Warme en koude lucht botsen met elkaar
Warme lucht stijgt op. Daarboven koelt hij ook weer af. Door de afkoeling ontstaan druppels/regen 
De lucht wordt omhoog gestuwd, 
Door de afkoeling ontstaan druppels/regen 

Slide 39 - Sleepvraag

9
6
5
gletsjer
lange waterkringloop
rivier
condensatie
verdamping
korte waterkringloop
zee
afwatering
regen
sneeuw
grondwater

Slide 40 - Sleepvraag

Welk onderwerp vond je het moeilijkst? Hoe ga je dit verbeteren?

Slide 41 - Open vraag

Leg nu in je eigen woorden uit waardoor het in de zomer kouder is in het westen van Nederland.

Slide 42 - Open vraag