1MHV Werkwoord ALLER

ALLER (=gaan)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

ALLER (=gaan)

Slide 1 - Tekstslide

Onregelmatige ww
Uit je hoofd leren!

avoir (hebben)
être (zijn)
(aller (gaan)

Slide 2 - Tekstslide

De vormen van ALLER (gaan)
Je vais
Tu vas
Il/elle/on va
Nous allons
Vous allez
Ils/elles vont

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Zet in de goede vorm:
Tu (aller) à Eindhoven.
A
vais
B
vas
C
va
D
allons

Slide 5 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
Vous (aller) à Lille.
A
vas
B
allons
C
va
D
allez

Slide 6 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
Mon père (aller) à Paris.
A
vais
B
vas
C
va
D
vont

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Zij gaat
A
je vais
B
tu vas
C
il va
D
elle va

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Wij gaan
A
tu vas
B
il va
C
nous allons
D
ils vont

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Ik ga
A
je vais
B
tu vas
C
il va
D
ils vont

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Zij gaan
A
elle va
B
il va
C
elles vont
D
ils vont

Slide 11 - Quizvraag