In een instructie leg je uit hoe iets werkt of hoe je iets moet doen. Een instructie moet duidelijk zijn voor de lezer. Vraag je daarom steeds af wat je publiek wel of niet weet.
- Geef de instructie een duidelijke titel. Gebruik hiervoor het onderwerp van de instructie.
- Geef de uitleg in stappen. Begin elke stap als dat kan met een werkwoord.
- Beschrijf eventueel bij een stap het resultaat, zodat de lezer kan controleren of hij het goed doet.
- Gebruik nummers of dots om de volgorde van de stappen duidelijk te maken. Je kunt daarnaast signaalwoorden gebruiken zoals eerst, dan, daarna, vervolgens en ten slotte.
Gebruik afbeeldingen als de instructie er duidelijker van wordt.