3 Kader - Maatschappijleer - Criminaliteit - H1

Criminaliteit

  • Duur les 50 minuten
  • Uitleg +/- 20 minuten
  • Vragenrondje 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Criminaliteit

  • Duur les 50 minuten
  • Uitleg +/- 20 minuten
  • Vragenrondje 

Slide 1 - Tekstslide

Criminaliteit

Aan het einde van deze les kan je:
  • Het verschil tussen een overtreding en een misdrijf uitleggen.
  • Uitleggen wat de gevolgen zijn van een strafblad. 
  • Beschrijven wat niet-materieele schade en materieele schade is

Slide 2 - Tekstslide

Criminaliteit

Regels
  • Als je in de online-les zit neem je actief deel. 
Dus als je een vraag stelt: camera en microfoon aan
  • Niet onnodig jezelf un-muten. Als je een vraag hebt, steek je je hand op.                    Als ik je de beurt geef -> regel 1.
  • Huiswerk is jouw verantwoordelijkheid. De toets wijst uit of je wel of niet geleerd hebt.  

Slide 3 - Tekstslide

Criminaliteit
Wat is criminaliteit? 
Wat is criminaliteit? 

Klik in de chat op deze link: 
 

https://LessonUp.app/invite/h/TkxtAijd4iCPovKW6

Slide 4 - Tekstslide

Wat is criminaliteit?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Criminaliteit
Asociaal of ook strafbaar? 
Wanneer wordt asociaal gedrag strafbaar?

Slide 7 - Tekstslide

Criminaliteit
Overtreding of misdrijf? 

Slide 8 - Tekstslide

Criminaliteit
Overtreding of misdrijf? 

Slide 9 - Tekstslide

Criminaliteit
Opgepakt voor een misdrijf? 
Wanneer je een misdrijf hebt gepleegd:
  • word je door de politie verhoord en moet je misschien voor langere tijd op het bureau blijven.
  • gelden er bij veroordeling zwaardere straffen en krijg je een strafblad.


Slide 10 - Tekstslide

Criminaliteit
Criminaliteit
  • Niet iedereen die een overtreding begaat, is meteen crimineel. Meestal noem je iemand crimineel wanneer er sprake is van een misdrijf.

Slide 11 - Tekstslide

Criminaliteit
Afhankelijk van tijd en plaats
Wat wel of niet strafbaar is, verschilt per tijd en plaats. Een paar voorbeelden: 
  • In Nederland was het vroeger verboden om overspel te plegen. In sommige landen is dit nu nog steeds zo.
  • Vroeger hadden we geen wetten voor internetcriminaliteit, zoals het verspreiden van virussen. Die zijn er nu wel.
Het Wetboek van Strafrecht wordt daarom soms aangepast aan nieuwe wensen. 

Slide 12 - Tekstslide

Criminaliteit
Rechtstaat
Nederland is een rechtsstaat. Dit betekent dat twee heel belangrijke dingen zijn vastgelegd:
  • Burgers moeten zich aan de wet houden en krijgen straf als ze dat niet doen.
  • De overheid moet zich ook aan de wet houden. De politie mag daarom bijvoorbeeld niet zonder reden je huis doorzoeken. Ook een politieagent kan daarom een straf krijgen.
 

Slide 13 - Tekstslide

Criminaliteit
Rechtstaat
Criminaliteit veroorzaakt veel schade bij burgers. We onderscheiden twee soorten schade:

Slide 14 - Tekstslide

Werk serieus
Stoor niemand
Laat je niet afleiden
Een oortje in mag
Huiswerk: Blz.  

Slide 15 - Tekstslide

Criminaliteit

Nu kan je:
  • Het verschil tussen een overtreding en een misdrijf uitleggen.
  • Uitleggen wat de gevolgen zijn van een strafblad. 
  • Benoemen wat een VOG is 

Slide 16 - Tekstslide