Bij welk begrip horen de volgende vaardigheden: Mikado, kralen rijgen, kleuren
A
grove motoriek
B
fijne motoriek
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
OAMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Bij welk begrip horen de volgende vaardigheden: Mikado, kralen rijgen, kleuren
A
grove motoriek
B
fijne motoriek
Slide 1 - Quizvraag
De automatische reactie van de baby om krachtig te zuigen aan alles dat in zijn mond komt heet:
A
Orale ontwikkeling
B
Slikreflex
C
Zuigreflex
D
Overlevingsdrang
Slide 2 - Quizvraag
Bij de geboorte weegt een baby gemiddeld:
A
2.5 kilo
B
3.5 kilo
C
10 kilo
D
1 kilo
Slide 3 - Quizvraag
De stoel is stout want ik heb pijn nu ik me gestoten heb aan de stoelpoot Bovenstaande is een voorbeeld van:
A
Concreet denken
B
Animistisch denken
C
Magisch denken
Slide 4 - Quizvraag
Janset leert de eigenschappen van een blokje kennen. Zij ziet, voelt en hoort deze eigenschappen en ervaart wat ze betekenen: een blokje voelt ruw en hoekig aan, een beer zacht en een bal hard. Dit is een voorbeeld van de
A
sensomotorische ontwikkeling.
B
zintuigelijke ontwikkeling
C
ontwikkeling van het ontdekkend leren
Slide 5 - Quizvraag
De meeste kinderen zijn er aan toe om zindelijk te worden als ze:
A
2.5 jaar oud zijn
B
3.5 jaar oud zijn
C
4 jaar oud zijn
Slide 6 - Quizvraag
De baby leert de dingen doordat anderen ze, al of niet bewust, voordoen is een voorbeeld van:
A
ervaringsleren
B
herhalingsleren
C
imiterend leren
D
bewustwordingsleren
Slide 7 - Quizvraag
De baby leert de dingen door ze zelf te doen is een voorbeeld van:
A
ervaringsleren
B
herhalingsleren
C
imiterend leren
D
bewustwordingsleren
Slide 8 - Quizvraag
Als de baby een jaar wordt dan is de baby gemiddeld
A
50 cm lang
B
75 cm lang
C
100 cm lang
D
120cm lang
Slide 9 - Quizvraag
Een baby heeft bij geboorte een automatische reactie om dingen te grijpen met de handjes en de voetjes. Dit heet:
A
oog-hand coördinatie
B
grijpreflex
Slide 10 - Quizvraag
Welk van de volgende beweringen geeft de term exploratiedrang het beste weer?
A
Een kind dat de drang heeft om te presteren
B
Een kind dat op onderzoek uitgaat en zichzelf aan het ontdekken is.
C
Een kind dat de drang begint te voelen van ontlasting.
D
Een kind dat bijna explodeert, omdat het zo boos is.
Slide 11 - Quizvraag
Het besef dat mensen en voorwerpen blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn noemen we:
A
zelfbesef
B
objectpermanentie
C
ontwikkeling van het ontdekkend leren
Slide 12 - Quizvraag
Binnen de peuterfase is er sprake van egocentrisme Wat betekent egocentrisme?
A
Het onvermogen zich in anderen te verplaatsen en in te leven.
B
De peuter denkt alleen aan zichzelf en kiest voor zijn eigen belang.
C
Het betekent hetzelfde als egoïsme.
Slide 13 - Quizvraag
Ik verstop me voor de stofzuiger om niet opgezogen te worden. Bovenstaande is een voorbeeld van:
A
Concreet denken
B
Animistisch denken
C
Magisch denken
Slide 14 - Quizvraag
Stelling: een veilig gehechte peuter durft zijn ouders boos te maken omdat hij weet dat ze altijd van hem zullen blijven houden. Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
taalontwikkeling
ontwikkeling van empathie
ontwikkeling van het zelfbeeld
ontwikkeling van waardering voor het eigen lichaam
cognitief aspect
sociaal aspect
seksueel aspect
persoonlijkheidsaspect
Slide 16 - Sleepvraag
Ontwikkeling van gevoelens van (basis)vertrouwen en veiligheid is het voorbeeld van de:
A
Cognitieve ontwikkeling
B
Emotionele ontwikkeling
C
Persoonlijkheidsontwikkeling
Slide 17 - Quizvraag
Slaap is erg belangrijk voor een goede groei van de baby. Wat is waar? 2 antwoorden aanklikken
A
Slapen is belangrijk voor een goede hersenontwikkeling
B
Een baby slaapt vaak lange periodes achter elkaar
C
Gemiddeld slaapt een pasgeboren baby 16 uur per dag.
D
Baby's slapen vanaf de geboorte de nachten door
Slide 18 - Quizvraag
De ontwikkeling van een peuter is vooral gericht op:
A
fijne motoriek
B
grove motoriek
C
fijne en grove motoriek
Slide 19 - Quizvraag
Er zijn verschillende tips ten aanzien van koppig gedrag bij peuters. Welke tips zijn juist? (2 antwoorden)
A
Blijf rustig en kalm en toon begrip
B
Bestraf het koppige gedrag
C
Vermijd machtsstrijd
D
Leid de peuter nooit af
Slide 20 - Quizvraag
Tijdens de seksuele ontwikkeling leert de peuter zijn of haar lichaam kennen en benoemt alle lichaamsdelen. Er is nog geen sprake van schaamte. Een voorbeeld hiervan is dat een peuter geen moeite heeft om in het midden van anderen zijn of haar kleding uit te trekken. Wat moet je in zulke situatie niet tegen de peuter zeggen of doen?
A
Opmerkingen maken zoals ‘dat hoort niet, schaam je’
B
De peuter hiervoor niet te straffen anders verliest een kind zijn of haar spontaniteit en openheid
C
De peuter hiervoor bestraffen.
Slide 21 - Quizvraag
Vorming van eigen identiteit, ontwikkeling van de eigen wil, de eigen opvattingen en de ontwikkeling van het zelfbeeld is het voorbeeld van de: