Hoofdstuk 7. Complicaties in de procedure in eerste aanleg

Hoofdstuk 7. Complicaties in de procedure in eerste aanleg
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7. Complicaties in de procedure in eerste aanleg

Slide 1 - Tekstslide

Eis in reconventie
Een eis in reconventie is een tegeneis van de gedaagde.

Kenmerkend voor een eis in reconventie is dat de vorderingen van de eiser en de gedaagde in een rechtszaak worden behandeld. Feitelijk lopen er 2 rechtszaken door elkaar. 

Beide partijen zijn dus eiser en gedaagde. 

Eis in conventie / Eis in reconventie
 

Slide 2 - Tekstslide

Eis in reconventie





Vanwege de ‘dubbele’ rechtszaak hebben sommige conclusies een ‘dubbele’ functie. Zo is de conclusie van antwoord van de gedaagde meteen de conclusie van eis in reconventie.

Slide 3 - Tekstslide

Competentieregels 
Bij een eis in reconventie kan van de regels van de relatieve competentie worden afgeweken. De eis in reconventie wordt namelijk behandeld door de rechter, die relatief competent is om de eis in conventie te behandelen.


Wat betreft de absolute competentie geeft art. 97 Rv de regels. De rechter die de conventionele vordering behandelt, is ook bevoegd voor de eis in reconventie als beide vorderingen duidelijk met elkaar verband houden en ze daarom samen behandeld moeten worden. 

Is de eis in conventie of reconventie een zogeheten aardvordering, dan is de kantonrechter bevoegd om beide vorderingen te behandelen als gezamenlijke behandeling nodig is vanwege de onderlinge samenhang.

Slide 4 - Tekstslide

Objectieve en subjectieve cumulatie
Objectieve cumulatie
  • Als de eiser niet één maar twee of meer vorderingen tegen de gedaagde heeft, kan hij deze vorderingen in één dagvaarding samenvoegen.  
  • Tussen de verschillende vorderingen hoeft geen verband te bestaan; voorwaarde is wel dat voor beide vorderingen dezelfde procedure geldt. 



Slide 5 - Tekstslide

Objectieve Cumulatie (samenhang) 
Voor de absolute competentie worden de verschillende vorderingen bij elkaar opgeteld 

(tenminste als het bij de kantonrechter om een waardezaak gaat en niet om een aardzaak) 




Slide 6 - Tekstslide

Objectieve Cumulatie (samenhang) 
  • Arbeidsrechtelijke geschillen
  • Huurrechtelijke geschillen
  • Consumentenzaken
  • Incassozaken 
  • Burenrechtelijke geschillen
  • Geschillen over consumentenkrediet





Slide 7 - Tekstslide

Objectieve Cumulatie (samenhang) 
Stel dat er een vordering uit koop is van € 13.000,- en een tweede vordering uit onrechtmatige daad van € 14.000,-, dan gaat het in totaal om een bedrag aan vorderingen van € 27.000,-. Daarmee is het geen kantonzaak, maar een zaak voor de rechtbank.


Zou een van de vorderingen een aardzaak zijn, dan geldt de ‘optelregel’ voor de absolute competentie niet, omdat de kantonrechter bij aardzaken altijd bevoegd is. 


Slide 8 - Tekstslide

Objectieve Cumulatie (Hoger Beroep) 
  • In het algemeen is er geen hoger beroep mogelijk van uitspraken met een waarde van niet meer dan € 1.750,- (zie art. 332 Rv). 
  • Bij cumulatie geldt voor de grens van hoger beroep dat de vorderingen die zijn samengevoegd, bij elkaar worden geteld. 
  • Zou het gaan om twee vorderingen van ieder € 1.000,-, dan staat tegen het vonnis hoger beroep open. 
  • Ook als slechts één vordering (van € 1.000,-) wordt afgewezen, is – door de cumulatie – hoger beroep mogelijk.

Slide 9 - Tekstslide

Subjectieve Cumulatie  
Subjectieve cumulatie 
  • Als er sprake is van meer eisers of meer gedaagden 
  • Bijvoorbeeld als meer eisers in één dagvaarding ieder een bepaald bedrag van de gedaagde vorderen
  • Als één eiser in één dagvaarding van een aantal gedaagden een bepaald bedrag vordert. 
  • Subjectieve cumulatie is alleen toegestaan als er voldoende verband tussen de verschillende vorderingen bestaat.

Slide 10 - Tekstslide

Subjectieve Cumulatie  

Slide 11 - Tekstslide

Een derde in de procedure  
Een derde kan in de procedure worden betrokken door:
  1. Vrijwaring - Een derde (de waarborg) wordt gedwongen de eiser of gedaagde te beschermen tegen een actie van de tegenpartij door in het geding te verschijnen 
  2. Voeging - Een interventie waarbij een derde partij de belangen van een procespartij steunt
  3. Tussenkomst - Een interventie waarbij een derde een eigen recht wil doen gelden tegenover beide partijen 

Slide 12 - Tekstslide

Verwijzing van zaken
Verwijzing 
  • Op verzoek van een procespartij kan een zaak naar een andere rechter worden verwezen als over hetzelfde onderwerp tussen dezelfde personen bij een andere rechter ook een procedure wordt gevoerd (zie art. 220 Rv). 
  • De verwijzing moet worden gevorderd in de zaak die het laatst is aangebracht, zodat deze zaak terechtkomt bij de rechter bij wie de eerder aangebrachte zaak dient.

Slide 13 - Tekstslide

Verwijzing van zaken
Verwijzing 
  • Verwijzing op grond van art. 220 Rv is ook mogelijk als dezelfde partijen bij verschillende rechters procederen over zaken die verknocht zijn. 
  • Zaken zijn verknocht als de beslissing in de ene zaak direct invloed heeft op de andere zaak. 

Slide 14 - Tekstslide

Voeging van zaken
Voeging 
  • Bij voeging worden twee zaken tussen dezelfde procespartijen die bij dezelfde rechter aanhangig zijn, samengevoegd omdat ze over hetzelfde onderwerp gaan of omdat ze nauw met elkaar zijn verbonden. 
  • Voeging is in wezen een zaak van procesorde; de twee zaken blijven zelfstandige zaken (met ieder een eigen uitspraak) die door de voeging alleen in één procedure worden behandeld.

Slide 15 - Tekstslide