quizz cultuur van de kerk

quizz cultuur van de kerk
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

quizz cultuur van de kerk

Slide 1 - Tekstslide

Kunst staat in dienst van .....
A
De staat
B
De koning
C
De burgers
D
De christelijke kerk

Slide 2 - Quizvraag

Welke functies had de middeleeuwse beeldhouwkunst NIET?
A
Educatieve functie
B
Gelovigen te imponeren
C
Ongeletterde ondersteunen in het Christelijke verhaal
D
Kunde van de kunstenaar laten zien

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een reliëf?
A
Niet vrijstaand beeld, platte achterkant
B
3D sculptuur
C
Uitsnede/uitsparingen

Slide 4 - Quizvraag

Kenmerken romaanse kerkbouw
A
Hoog, decoratief, Latijns kruis, burcht gevoel
B
Groot, skeletbouw, veel ramen, goddelijk licht
C
Klein, compact, knus
D
Somber, groot, dikke muren, weinig ramen

Slide 5 - Quizvraag

Kenmerken gotische kerkbouw
A
De hoogte in, grote ramen, skeletbouw
B
Klein, burcht, knus, somber
C
Somber, groot, dikke muren weinig ramen
D
Groot, bombastisch, Latijns kruis

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een fresco?
A
Een schildering op een houten paneel
B
Een speciaal soort krijt wat ze gebruikte in de middeleeuwen
C
Een muurschildering gemaakt met kalk
D
een tekening in een liedboek

Slide 7 - Quizvraag

Cultuur van de kerk
Welke hoort er niet bij?
A
Late middeleeuwen
B
Kloosters, Kerken Gilden
C
Realistische schilderijen
D
alles draait om het geloof in de katholieke kerk

Slide 8 - Quizvraag

Welke stijl van de middeleeuwen zie je bij de Notredame ?
A
Vroege Middeleeuwen
B
Byzantijns
C
Romaans
D
Gotiek

Slide 9 - Quizvraag

Romaans of Gotisch?
A
Gotisch
B
Romaans

Slide 10 - Quizvraag

Hoe werd de kerk zo ontzettend rijk?
A
door belastingen
B
door verkoop van aflaten
C
door erfenissen en giften
D
A, B en C zijn waar

Slide 11 - Quizvraag

Bij de Middeleeuwse beeldende kunst hoort de beschrijving:
A
aandacht voor details (spieren, botten etc.) en dynamische houding
B
statisch, anatomisch incorrect, weinig plasticiteit
C
aandacht voor complexe houdingen, lichtwerking, geïdealiseerd
D
realisme en dramatisch effect door plasticiteit

Slide 12 - Quizvraag

Wat waren neumen in de context van middeleeuwse muzieknotatie?
A
Geavanceerde muzikale instrumenten.
B
Korte gezongen gebeden.
C
Grafische symbolen voor het aanduiden van melodieën.
D
Rituele dansen tijdens kerkdiensten.

Slide 13 - Quizvraag

Wat was het motto van de middeleeuwen?
A
Carpe diem
B
Memento mori
C
Absit omen
D
Gloria in excelsis deo

Slide 14 - Quizvraag

Wie was Guido Arezzo?
A
Monnik die veel manuscripten schreef
B
Bekende bedelmonnik
C
Beroemde troubadour
D
Uitvinder van het 1e muzieknotatie

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van gregoriaanse muziek
A
A-capella
B
Eenstemmig
C
Meerstemmig
D
Syllabisch

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een liturgisch drama?
A
Bijbelverhaal uitgevoerd in de kerk
B
Bijbelverhaal uitgevoerd op straat
C
Straattheater over bijbelverhaal
D
Straattheater over zondaars en wonderen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een mysteriespel
A
Bijbelverhaal uitgevoerd in de kerk
B
Bijbelverhaal uitgevoerd op straat
C
Straattheater over bijbelverhaal
D
Straattheater over zondaars en wonderen

Slide 18 - Quizvraag

Welke rol speelde dans in de middeleeuwse kerk?
A
Dans werd volledig verboden door de kerk.
B
Dans werd gebruikt als ritueel om boze geesten te verdrijven.
C
Dans werd alleen toegestaan als een vorm van aanbidding.
D
Dans had geen plaats in kerkelijke rituelen.

Slide 19 - Quizvraag

In de middeleeuwse kerkelijke traditie werd dans soms gebruikt om verhalen uit de Bijbel uit te beelden
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Wat symboliseren de torens van middeleeuwse kerken?
A
De bescherming van de gemeenschap.
B
De rijkdom van de adel.
C
De verbinding tussen hemel en aarde.
D
De verdedigingsfunctie van de kerk.

Slide 21 - Quizvraag

Wat symboliseert het licht dat door de glas-in-loodramen in een gotische kerk valt?
A
De rijkdom van de kerk.
B
De aanwezigheid van God.
C
De kennis van de architecten.
D
Het leven van heiligen.

Slide 22 - Quizvraag

Wat was de functie van fresco’s in de kerken van de middeleeuwen?
A
Ze zorgden voor decoratie van muren.
B
Ze dienden als visuele bijbelse les voor analfabete gelovigen.
C
Ze waren bedoeld als eerbetoon aan de bouwers van de kerk.
D
Ze fungeerden als aanduiding van belangrijke feestdagen.

Slide 23 - Quizvraag

Waarom werden boeken uit de klassieke oudheid in de middeleeuwen niet gelezen?
A
De boeken gaven geen antwoord op problemen.
B
De Katholieke kerk bestempelde de boeken als 'heidens'.
C
Er waren maar weinig mensen die Latijn konden lezen.
D
Er waren te veel oorlogen. Niemand had tijd om te lezen.

Slide 24 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Liturgische gezangen moesten in de volkstaal worden gezongen.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Waarom is gregoriaanse muziek altijd a capella?
A
omdat er nog geen goede instrumenten waren
B
kloosters bezaten geen instrumenten
C
omdat de menselijke stem het beste instrument is want door god aan ons gegeven
D
instrumenten zouden de aandacht afleiden van de tekst

Slide 26 - Quizvraag



Welke manier van zingen hoort niet bij dit fragment?
A
eenstemmig
B
melismatisch
C
meerstemmig
D
gregoriaans

Slide 27 - Quizvraag