In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
DEZE LES
Barok en Hollandse meesters
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Bespreek drie manieren waarop Vermeer met licht werkt in het schilderij op afbeelding
strijklicht
plasticiteit
repoussoir
glimlicht
Slide 4 - Tekstslide
Noem twee aspecten van het kleurgebruik waardoor een verstilde, rustige sfeer ontstaat in het schilderij.
koele kleuren overheersen
weinig verschillende kleuren
plaatsing kleuren evenwichtig
Slide 5 - Tekstslide
Vermeer leidt op
subtiele wijze de aandacht van de beschouwer naar de brief.
Noem drie manieren waarop hij dat doet.
opgelicht
Slide 6 - Tekstslide
Achter de vrouw hangt een landkaart. Dergelijke kaarten passen bij de cultuurwereld waarin
het schilderij is ontstaan.
Leg dit uit aan de hand van twee aspecten van die tijdgeest.
Slide 7 - Tekstslide
• de verre reizen van Nederlandse kooplieden in de zeventiende eeuw
• ontdekkingsreizen: de wereld werd in kaart gebracht, of: de wetenschap die zich
ontwikkelde: de cartografie (in Nederland werden veel goede kaarten gedrukt)
• Kaarten gaven blijk van intellectuele belangstelling en waren een (kostbare) wandversiering.
• een opkomend gevoel van nationaliteit (de Nederlandse gewesten waren in de zeventiende eeuw onafhankelijk geworden)
Slide 8 - Tekstslide
Leg aan de hand van twee aspecten van de vormgeving uit op welke wijze ’De Nachtwacht’
vernieuwend was ten opzichte van andere groepsportretten.
Slide 9 - Tekstslide
• Hij paste een sterk licht/donkercontrast toe, waardoor sommige figuren meer aandacht kregen dan andere
• Hij koos voor een levendige schikking van de figuren: hierdoor wordt de herkenbaarheid van de figuren (schutters) ondergeschikt aan de compositie en ontstaat er actie.
Slide 10 - Tekstslide
Beschrijf aan de hand van dit detail Rembrandts olieverftechniek en leg uit wat er
vernieuwend aan was.
Slide 11 - Tekstslide
Op dit detail is een pasteuze verfhuid zichtbaar: Rembrandt heeft de verf hier in
ondoorzichtige lagen aangebracht. (Zijn verf bracht hij meestal niet alleen aan met
penselen, ook gebruikte hij vaak een paletmes, een schildersstok en/of zijn vingers)
• Traditioneel werkte een schilder in de zeventiende eeuw glacerend: doorzichtige lagen werden (met penselen) dun over elkaar heen gelegd