Project P les 1 - Werkboek Woensdag 24-1

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Poëzie

Start project Poëzie

Welkom 1THc!

Pak je laptop erbij en log in in de LessonUp.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Dit gedicht vind ik...
Heel leuk
Wel grappig
Stom
Iets anders

Slide 4 - Poll

Wat weet je tot nu toe over poëzie?

Slide 5 - Woordweb

Waar denk je aan bij
het woord "gedicht" ?

Slide 6 - Woordweb

Lees je wel eens gedichten?
ja
nee

Slide 7 - Poll

Schrijf jij wel eens gedichten?
ja
nee
echt no way!

Slide 8 - Poll

Welke dichters ken je?

Slide 9 - Woordweb

Kenmerken van poëzie
  • De regels zijn niet volgeschreven; op de bladzijde is dus veel wit
  • Soms rijmen gedichten, soms ook niet
  • Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer
  • Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten
  • In een gedicht wordt de taal soms anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken van gedichten
Uiterlijke vorm:
- Regels zijn kort
- Veel wit om de regels heen
Vaak:



Soms:
- Sommige woorden hebben meerdere betekenissen
- Sommige woorden worden herhaald
- Opbouw in strofen

- De woorden aan het eind van de regels rijmen
- Klank is belangrijk

Slide 11 - Tekstslide

Strofe
De regels in een gedicht noem je versregels. De versregels die in groepjes bij elkaar staan noem je een strofe.

Vergelijk een strofe van een gedicht met 
een alinea van een tekst.

Elke strofe heeft een deelonderwerp

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Moet een gedicht altijd rijmen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

In de Middeleeuwen rijmden gedichten omdat niet iedereen pen en papier had en een gedicht op rijm makkelijker te onthouden was.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat wist je nog niet en weet je nu wel na het kijken van het filmpje?

Slide 17 - Woordweb

Opdracht: Lees het volgende gedicht:

VOOR DE KLAS


Ik wou dat ik een slak was
dan kroop ik in mijn huisje weg

een wandelende tak was
onzichtbaar in een kale heg

ik wou dat ik behang was
bij het plafond daar bovenaan

maar liever nog niet bang was
om dadelijk voor de klas te staan.                                 

Bas Rompa, Een propje in mijn gezicht
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Welke kenmerken heb je in het gedicht herkend?
Er zijn 2 antwoorden goed.
A
Het gedicht vertelt een verhaal
B
Het gedicht gaat over gevoelens en gedachten
C
In het gedicht zit rijm
D
In het gedicht zit geen rijm

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht: Lees het volgende gedicht:

IK HOU VAN SCHOOL


Ik hou van school
en van studeren!

Van fysica en scheikunde,
geschiedenis en taal.
En wiskunde?
Dat vind ik nog
het leukst van allemaal.

Ik vraag me af:
zit dat wel goed?
Ben ik nou wel normaal?

Denise de Veylder

Slide 20 - Tekstslide

Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag

Dit is een raadgedicht.
Welk woord hoort er in het rode vakje, wat denk jij?

Slide 22 - Tekstslide

Welk woord moet er in het gedicht staan?

Slide 23 - Open vraag

Er kan heel veel, maar:
het juiste woord was "afleiden". 

Tip: kijk ook eens op www.raadgedicht.nl

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Je gaat nu aan de slag met:

- Les 1 in je werkboekje
Werk netjes: het boekje lever je in en krijg je een cijfer voor!

  • Je krijgt hier 30 minuten de tijd voor. 
  • Ben je klaar? Probeer dan zelf eens een gedicht te maken :)

timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide