Debatteren

Debatteren
Aan het einde van de les weten jullie:
- hoe je argumenten kunt gebruiken
-hoe je argumenten kunt weerleggen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Debatteren
Aan het einde van de les weten jullie:
- hoe je argumenten kunt gebruiken
-hoe je argumenten kunt weerleggen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is debatteren?

Slide 2 - Open vraag

Debatteren
Het gaat om het zo overtuigend mogelijk verdedigen of aanvallen van een stelling.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is een stelling?

Slide 5 - Woordweb

Stelling
Een stelling is een bewering die je doet over iets. Je kunt het eens of oneens zijn met een stelling. Je hebt dus voorargumenten of tegenargumenten.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een argument?

Slide 7 - Woordweb

Argument
Een argument is een feit om een stelling te bewijzen of te ontkrachten.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld:

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een weerlegging?

Slide 10 - Open vraag

Weerlegging
Een weerlegging is een argument tegen een tegenargument.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Dierproeven moeten stoppen. (standpunt)
Dierproeven brengen leed met zich mee. (argument)
Dierproeven zijn nodig voor de volksgezondheid. (tegenargument)
Dieren reageren heel anders op medicijnen dan mensen, de proeven vormen dus geen goede voorspelling. (weerlegging)

Slide 12 - Tekstslide

Wat is hier het standpunt?
Ze moeten motorclubs verbieden, omdat ze zich met criminele zaken bezig houden.
A
Ze moeten motorclubs verbieden
B
omdat ze zich met criminele zaken bezig houden

Slide 13 - Quizvraag

Wat is hier het standpunt?
Vlees is niet altijd gezond, daarom moeten mensen geen vlees meer eten.
A
Vlees is niet altijd gezond
B
daarom moeten mensen geen vlees eten.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is hier het argument?
Nederland moet een republiek worden, want een president is goedkoper dan een koningshuis.
A
Nederland moet een republiek worden
B
want een president is goedkoper dan een koningshuis.

Slide 15 - Quizvraag

Wat gaan we doen?
-Vandaag gaan jullie informatie opzoeken over de stelling. 
-Je schrijft je in of je voor of tegen de stelling bent.
-Morgen gaan we debatteren. Zorg er dus voor dat je alle informatie bij je hebt die je nodig hebt.

Slide 16 - Tekstslide

Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.

Slide 17 - Tekstslide

Voor morgen
-Online groep gaat met mevr. Blum dicusiëren.
-In de klas gaan de debatteren over de stelling. 
-Je bent goed voorbereid: dus je weet voldoende van het onderwerp af, je heb je voor/tegen argument klaar en je kunt weerleggen.

Slide 18 - Tekstslide