Les 5 & 6



Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 5

Huiswerk en planning

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 5

Huiswerk en planning

Slide 1 - Tekstslide

LES 5 
Lesdoel
Ik leer hoe ik werkwoorden in een zin vindt
Werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Andere voorbeelden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijk
In een goede zin staat minstens één werkwoord!



Slide 10 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een werkwoord

Slide 11 - Woordweb

Sleep alle werkwoorden naar "Werkwoorden" en alles wat geen werkwoord is naar "Geen werkwoord".
Werkwoorden
Geen werkwoord
huis
rood
verhuizen
hebben
zijn
hond

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden' alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoorden
Geen werkwoord
huis
goede bedoelingen
verhuizen
heb willen houden
zijn
zijn hond

Slide 13 - Sleepvraag

werkwoord
geen werkwoord
leert
huiswerk
maken
cijfer
zitten
agenda
proefwerk
heb

Slide 14 - Sleepvraag

Woorden
les 5
provinciale - van de provincie


in feite - werkelijk


de zege - de overwinning


fors - nogal groot


omzetten - veranderen


blanco - niet beschreven
Les 5 - Kahoot

Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Werk aan les 5
Hoe?
Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?
Drillster 5
Tijd?
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen? Nakijken

Slide 16 - Tekstslide



Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 6

Huiswerk en planning


Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel werkwoorden staan in deze zin?


We hebben eerst de hele maaltijd aan de keukentafel opgegeten
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

LES 6 
Lesdoel
Ik leer hoe ik in een zin de persoonsvorm en het onderwerp kan vinden.
Persoonsvorm & onderwerp

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Ik zal er nog eens over nadenken.
De persoonsvorm is:
A
zal
B
zal nadenken
C
nadenken
D
Ik

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
A
Een persoon
B
Geen werkwoord
C
Altijd een werkwoord!
D
Een voltooid deelwoord

Slide 26 - Quizvraag

"Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin."
De persoonsvorm =
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Andere voorbeelden

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Hulzebosch legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Hulzebosch
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Werk aan les 5
Hoe?
Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?
Drillster 5
Tijd?
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen? Nakijken!

Slide 36 - Tekstslide