*than= dan = I am taller than you. (trap van vergelijking)
*then= at that time = Sorry, I can't. I have plans then.
*will not = won't (toekomstige tijd) = I won't come to the party.
= (Ik ga niet naar het feestje.)
*want= iets willen= I want to go to the party.
Ik wil graag naar het feestje.