In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
MEESTER VERVALSERS
BRUGKLAS TEKENEN
STEDELIJK GYMNASIUM
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat moet je kunnen als vervalser?
Volgens Meneer Jansen:
“Je moet in de eerste plaats zoveel mogelijk van een kunstenaar weten, boeken lezen, documentaires bekijken. Het is ook een kwestie van heel goed kijken en alsmaar proberen, proberen, de prullenbak zit vol tot je iets hebt wat je wel aan een expert durft te laten zien."
“En dan het verouderingsproces: dat is heel belangrijk. Een schilderij dat vijftig jaar geleden geschilderd moet zijn, dat moet er ook zo uitzien, ook aan de achterkant. Want dat is het eerste waar de expert naar kijkt."
Slide 4 - Tekstslide
BRUGKLAS TEKENEN
STEDELIJK GYMNASIUM
KIES JE MEESTER &
start je onderzoek
Slide 5 - Tekstslide
Caravaggio
Zelfportret als zieke Bacchus
1594
olieverf op doek
realisme
Slide 6 - Tekstslide
Rembrandt van Rijn
zelfportret
ca 1665
olieverf op doek
realisme
Slide 7 - Tekstslide
Johannes Vermeer
Meisje met de parel
1665
olieverf op doek
realisme
Slide 8 - Tekstslide
Vincent van Gogh
Zelfportret met grijze vilthoed
1887
Impressionisme
Slide 9 - Tekstslide
Gustave Klimt
Portret van Adele Bloch-Bauer I
1907
Jugendstill, Art Nouveau
Slide 10 - Tekstslide
Pablo Picasso
Portret van Ambroise Vollard
1910
Kubisme
Slide 11 - Tekstslide
Frida Kahlo
Zelfportret met doornenhalsband,
1940
Surrealisme
Slide 12 - Tekstslide
Rene Magritte
Le fils de l’homme
1964
Surrealisme
Slide 13 - Tekstslide
Chuck Close
Zelfportret
1997
Hyperrealisme & Postmodernisme
Slide 14 - Tekstslide
Francis Bacon
Zelfportret
1969
Expressionisme & Postmodernisme
Slide 15 - Tekstslide
NU IS DE VRAAG AAN JOU: WIE KIES JIJ ALS MEESTER?
Slide 16 - Poll
Vragen voor onderzoek
Bedenk 5 vragen voor jouw meester die je verder wil onderzoeken.
Schrijf ze op en lever ze in bij je docent
Slide 17 - Tekstslide
Doel: kom zo veel mogelijk te weten over jouw meester en de manier waarop hij/zij werkt.
Vorm: werk je onderzoek uit op papier in Word (2 X A4 incl. afbeeldingen). Maak er een goed leesbaar verslag van en geef het ook mooi vorm met titel, kopjes en afbeeldingen (alsof je voor een tijdschrift een artikel schrijft)
1. Start je Onderzoek: kies een geschilderd (zelf)portret van deze kunstenaar en toon de afbeelding in je verslag
2. Begin met de algemene informatie:
- Naam van de kunstenaar
- Titel en jaartal van het kunstwerk
- Info over de kunstenaar, over zijn leven en zijn werk. (korte biografie)
3. Probeer antwoord te vinden op de volgende vragen.
- Wat maakt deze kunstenaar uniek?
- Tot welke stijl of stroming behoort deze kunstenaar? - Wat zijn de kenmerken van die stroming?
- Wat is kenmerkend voor de schilderstijl die de kunstenaar gebruikt in het (zelf)portret?
- De vragen die jezelf hebt bedacht bij de introductie van de opdracht verwerk je ook in je verslag
4. Sluit af met een leuk feitje of weetje over deze kunstenaar.
5. Print je verslag uit en neem het mee in een snelhechter inlevert het in bij je Docent J.stegeman