4.4: Friday 20.05.2022

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

       Today's program:
  • Recap TO BE GOING TO
  • Nieuw: Present Continuous 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Dus.....Hij gaat rennen =
A
He is running
B
They are walking
C
He are going to run
D
He is going to run

Slide 4 - Quizvraag

Vertaling: Mijn ouders gaan naar school
A
They are going to school
B
My parents are going to school
C
My parents is going to school
D
My parents go to school

Slide 5 - Quizvraag

Vertaling: Mijn hond gaat naar de dierenarts
A
My dog is going to the vet
B
My dog goes to the vet
C
My cat is going to the vet
D
My dog are going to the vet

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Present Continuous: gebruik
Je gebruikt de Present Continuous
als je het hebt over dingen die NU BEZIG zijn
(signaalwoorden: (right) now, at the moment, today, etc...)

Examples: 
  • I am reading right now.
  • He is talking at the moment

Slide 9 - Tekstslide

        Dus...Present Continuous
When you are doing something right now

Examples:
  • I am learning English             (now)
  • You are listening to a story  (now)
  • He is watching a TV show      (now)

Slide 10 - Tekstslide

Present Continuous
  1. a form of 'to be' (am/is/are)   
  2. verb 
  3. + ing

Slide 11 - Tekstslide

       Present Continuous
I am walking               (to walk)
You are listening      (to listen)
He is talking               (to talk)
We are gaming         (to game)
You are playing         (to play)
They are sitting         (to sit)

Slide 12 - Tekstslide

       Present Continuous
Look for signalwords:

  • Right now
  • As we speak
  • Currently
  • At the moment

Slide 13 - Tekstslide

        Practice:
Oefen de Present Continuous op de volgende dia's.
Let op:    je schrijft steeds hele zinnen!
                 Denk aan hoofdletters en punten, vraagtekens etc.

Slide 14 - Tekstslide

Bij het vormen heb je ook een vorm van 'to be' nodig. Welke 3 zijn er?

Slide 15 - Open vraag

We ... the dishes right now

A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 16 - Quizvraag

Look! They ... him his present
A
are give
B
are giveing
C
are giving
D
were giving

Slide 17 - Quizvraag

What is he doing?

Slide 18 - Open vraag

What are they doing?

Slide 19 - Open vraag

What are they doing?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

        Next lesson:

Online maken: 4.4: 2, 5, 6, 7 & 8

Woordjes:        4.2, 4.3 & 4.4

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Kijk eerst naar de Mr Bean video op de volgende dia

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Present Continuous: vorm
onderwerp + am/is/are + ww+ing

I am walking
you are thinking
he/she/it is running
we are going
you are trying
they are living

Slide 28 - Tekstslide

Present Continuous
Je gebruikt altijd een vorm van to be + ww + ing
I am walking
You are listening
He/she/it is talking
We are gaming
You are playing
They are reading

Slide 29 - Tekstslide

Kleine uitzondering
- Als een woord eindigt op een 'e', dan valt de 'e' door de +ing weg. VB: Bake -> I am baking
- Als een woord eindigt op klinker medeklinker, verdubbel je vaak de medeklinker. VB: Stop -> She is stopping
VB: Chat -> You are chatting

Slide 30 - Tekstslide

Present Continuous
Signaalwoorden:
Right now
As we speak
Currently
At the moment

Deze woorden geven allemaal aan dat het 'nu' nog bezig is.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

What is he doing?

Slide 35 - Open vraag

What is he doing?

Slide 36 - Open vraag